kroniek van land- en tuinbouw agrarische bedrijfstak belangrijke peiler voor nationale welvaart; verstoorde internationale overschottenmarkt noopt tot prijsbeleid; melkprijs: nationale wenselijkheden, beperkte mogelijk heden in de markt, begrensd door EEG-besluiten. Ondanks allerlei moeilijkheden welke maar al te vaak bij de bedrijfsvoering worden ondervonden, ondanks de ongunstige weerrisico's waardoor het opbrengstniveau werd gedrukt, hebben onze boe ren en tuinders in het jaar 1965 een prestatie ge leverd waarop ze terecht trots mogen zijn. Op het kleine stukje grond dat de Nederlandse boeren en tuinders ter beschikking staat, brachten zij voor rond 8 miljard aan produkten voort. De boeren en tuinders zagen daardoor kans om niet alleen de eigen consument van het dichtst bevolkte land ter wereld van de eerste levensbehoeften waaraan bovendien steeds hogere eisen werden gesteld te voorzien, maar ook nog een groot deel van de Nederlandse export te verzorgen. Daardoor leverde de agrarische bedrijfstak weer een belangrijke bijdrage aan onze nationale wel vaart. De totale Nederlandse uitvoer bereikte in 1965 een waarde van 23.144 miljoen tegen 21.025 miljoen in 1964. Daaraan droeg de agrarische sec tor in 1965 voor 6.575 miljoen bij, ofwel 28,4%; dat is nog hoger dan in 1964. uitloting deposito-obligaties Ten overstaan van notaris A. J. J. M. van lersel te Utrecht vond op 11 februari 1966, overeenkom stig het bepaalde bij artikel 5 van het reglement betreffende de deposito-obligaties van de Cen- :rale Bank, de uitloting plaats van: 000 stukken van 1.000,met als eindcijfer een van de 51/2-5% lening 1965, serie W. osbaar per 1 april 1966. De volgende cijfers illustreren het aandeel van elk der sectoren in deze export: Waarde van in miljoenen totale guldens uitvoer 1964 1965 1964 1965 totale uitvoer 21.025 23.144 land- en tuin- bouwprodukten 5.843 6.575 27.8 28.4 w.v. van Ned. herkomst 4.736 5.386 22.5 23.5 akkerbouw 796 963 3.8 4.2 veehouderij 2.569 2.864 12.2 12.4 tuinbouw 1.371 1.559 6.5 6.7 van niet-Ned. herkomst 1.107 1.189 5.3 5.1 Ondanks de gestadige teruggang van de agra rische beroepsbevolking is de exportbijdrage nog iets in betekenis toegenomen. In de laatste twintig jaar verminderde het aantal werkers in de land bouw met 40 maar de produktie steeg sinds 1950 met niet minder dan ongeveer f 3,5 miljard. In acht jaar nam de akkerbouwproduktie toe met 12%, die van de veehouderij met 42% en de tuinbouwproduktie zelfs met 133%. Ook uit deze cijfers blijkt, dat de land- en tuinbouw bezig zijn aan een krachttoer van intensivering en rationali satie. Het bedrijf wijzigt steeds meer van een ar beidsintensieve naar een kapitaalinvesteringen eisende produktiestructuur. De cijfers van de in december gehouden land bouwtelling wijzen eveneens in de richting van een uitbreiding van de veehouderijproduktie. De rund veestapel nam n.l. in één jaar tijds met 4 toe tot bijna 3,5 miljoen stuks. Op grond hiervan kan een verdere stijging van de melkproduktie met 5 worden verwacht. Het aantal bedrijven waar op rundvee wordt gehouden, is echter weer verder teruggelopen en is gedaald tot rond 160.000. On danks mond- en klauwzeer groeide de varkens stapel met 13% en omvatte in december bijna 4 miljoen dieren. Verder telde men 30.000 schapen en ruim 2 miljoen kippen meer. De kippenstapel is daardoor uitgegroeid tot meer dan 40 miljoen 71

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 9