sparend Nederland
Bedragen x f 1 min.
Mutaties jan./dec.
Saldo
tegoed
tegoed in
van het totaal
1/1 31/12
Mutaties januari
7,0
1.9
16.6
2.6
6.8
7,3
18.0
18,1
22,2
8,5
7.7
59.1
2.477,6 2.085,6 392,0
1.781.5 1.537,2 244,3
1.398,8 1.197,7 201,1
3.253.1 2.883,1 370,0
234,9
1.442,3
2.180.6 1.840,1 340,5
1.583,0 1.322,1 260,9
1.292,3 1.095,8 196,5
2.922.2 2.578,2 344,0
342,6
1.484,5
4.315,6 4.707,6
2.773,9 3.018,2
3.880.0 4.081,1
4.584.1 4.954,1
1.995,6 2.230,5
17.549,2 18.991,5
3.852,6 4.193,1
2.431,4 2.692,3
3.568,0 3.764,5
4.111,8 4.455,8
1.653,0 1.995,6
15.616,8 17.101,3
24,6
15,8
22,1
26,1
24.7
15,6
22.8
26,3
10,6
24.8
15.9
21,5
26,1
11,7
24,5
15,7
22.0
26.1
229,9
204,9
25,0
187,5
170,7
16,7
115,4
98,6
16,8
375,4
330,8
44,6
205,8 174,9 30,9
159,3 135,9 23,4
111,0 92,7 18,3
305,6 263,9 41,7
20.3
kanttekeningen bij de cijfers
De bedragen van de verzamelbalans per 1 januari 1966 zijn
inclusief de geschatte rente over 1965. Bij de berekening
van de mutaties in januari uit de cijfers van de verzamel-
balansen blijft de rente dus buiten beschouwing.
In januari zijn de toevertrouwde middelen toegenomen met
f 15,4 miljoen; het spaartegoed steeg met 24,8 miljoen en
de creditsaldi in rekening-courant ondergingen een verminde
ring van f 9,4 miljoen. Vorig jaar namen de toevertrouwde
middelen in januari toe met f 6,5 miljoen.
De uitzettingen ondergingen in de afgelopen maand een uit
breiding van f 25,2 miljoen. Vorig jaar bedroeg de toene
ming f 26,1 miljoen.
Het spaaroverschot lag in januari bij de traditionele spaar-
instellingen aan de lage kant, vooral wanneer we bedenken,
dat de spaarresultaten vorig jaar januari (waar de spaarin-
stellingen dit jaar nog onderblijven) reeds matig waren.
De voorlopige spaarverschillen in februari bedroegen bij:
Utrecht f 32,1 miljoen
Eindhoven f 17,6 miljoen
R.P.S. f 28,7 miljoen
Alg. Spaarbanken f 80,1 miljoen
83