financieel overzicht grote emissiebedrijvigheid De emissiebedrijvigheid is in de maand februari wederom zeer groot geweest, hetgeen niet nage laten heeft een stempel te drukken op het verloop van de rente. De rentestijging heeft een nieuwe climax bereikt, vooral als gevolg van het feit dat de verschillende emissies elkaar in een zeer snel tempo zijn opgevolgd. In ons vorig maandoverzicht hebben wij nog melding kunnen maken van de nieuwe 6% rentende Staatslening, die tot een bedrag van 250 miljoen tegen 991/2 derhalve met een rendement van 6,31 werd uitgegeven. Hierop kon op 18 februari worden ingeschreven. Er heerste tevoren grote onzekerheid omtrent het resultaat van deze emissie, zulks te meer daar in beurskringen de mening heerste dat de lening- voorwaarden ietwat te scherp waren gesteld. Toch is de belangstelling voor deze „goudgerande" le ning tenslotte meegevallen. Want terwijl niet of nauwelijks werd gemajoreerd, werd er toch voor een zodanig bedrag ingeschreven, dat, na enige afronding voor zeer grote, waarschijnlijk semi- overheidsinstellingen, het beschikbare bedrag ge heel kon worden toegewezen. Een reductie op de inschrijvingen is bijgevolg niet nodig geweest. Maar aan de andere kant behoefde geen gebruik te worden gemaakt van het beschikbare beleg gingsreservoir der sociale fondsen, zodat de mid delen van deze fondsen voor een volgende ge legenheid intact kon worden gehouden. Omdat er niet werd gemajoreerd, mag men ver onderstellen, dat het leningbedrag ook werkelijk overeenstemde met de behoefte die er naar nieuw beleggingsmateriaal heeft bestaan. In zoverre mag het emissieresultaat dus zeker toch bevredigend worden genoemd. Die uitslag was mede te danken aan het feit, dat de institutionele beleggers (ver zekeringsmaatschappijen e.d.) die aanvankelijk niet voornemens waren in te tekenen, tenslotte toch wel hebben meegedaan. Weliswaar werd in eerste aanleg na de inschrijving ter beurze gehandeld op koersen die op of licht boven 99 lagen, maar het disagio van omtrent een half procent dat aldus tot stand kwam, was klaarblijkelijk slechts te wij ten aan verkopen van enkele kantoren, die wel op een flinke reductie hadden gerekend en dus enige 77

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 15