consumptie belangrijk zou kunnen dalen meen de het Landbouwschap 34 cent te moeten vragen, twee cent meer dan de geldende richtprijs. Het koppelde aan dit voorstel evenwel een bijdrage uit de schatkist van 25 cent per 100 kilo afgeleverde melk voor de gedeeltelijke financiering van de ge organiseerde bestrijding van ziekten onder het rundvee. De bestrijding van deze ziekten wordt in de meeste andere E.E.G.-landen ook door de over heid betaald. Bovendien vroeg het Landbouwschap een versterking van de middelen van het Ontwik- kelings- en Saneringsfonds om de structuurverbe tering van de veehouderij in versneld tempo te kunnen uitvoeren. Deze versterking van middelen bleek noodzakelijk gezien de grote stroom van aanvragen voor subsidies voor verbetering van de bedrijfsgebouwen. e.e.g.-beletsel? Nadat het Landbouwschap dit voorstel had in gediend en verdedigd, leek het erop dat „Brussel" de realisering hiervan echter onmogelijk zou ma ken. Zoals bij de akkerbouwprijzen reeds eerder het geval was, zou de E.E.G. eveneens een natio naal wenselijke verhoging van de melkprijs kun nen verhinderen. De Europese Commissie kwam nl. met het voor stel om in het kader van de prijstoenadering de Nederlandse richtprijs te binden aan een plafond van 33,7 cent, het rekenkundige gemiddelde van de voorgestelde E.E.G.-melkprijsvork. Naderhand heeft de Raad van E.E.G.-ministers, in afwijking van het voorstel van de Commissie, een compromis bereikt over een prijsvork tussen 31,2 en 37,3 cent voor het komende melkjaar. Het voorstel van de Europese Commissie met betrek king tot de prijsvork 1966-1967 voor slachtrunderen werd door de E.E.G.-ministerraad wel aanvaard; dit betekent een verhoging van f 2,08-ƒ 2,22 tot 2,19-f 2,33 per kg levend gewicht. beslissing Binnen deze Brusselse afspraken heeft onze regering thans beslist over de prijzen, die voor het produktiejaar april 1966-april 1967 aan de Neder landse veehouderij in het vooruitzicht worden ge steld. Hoewel de voorstellen van het Landbouw schap niet geheel werden ingewilligd, heeft minis ter Biesheuvel toch belangrijke verhogingen be kend gemaakt. De richtprijs van de melk is ver hoogd met anderhalve cent en gebracht op 33,5 cent per kg bij 3,7 vet. De realisering van deze prijs zal vooral in de markt moeten worden gevonden. Te meer, omdat de melkprijstoeslag wordt verlaagd van 4,45 tot 3,55 per 100 kg. Dit levert een besparing voor de schatkist van 34 miljoen. De consument zal voor melk, pap en vla 1 cent meer moeten be talen; koffiemelk wordt 2 cent duurder. De prijs verhoging wordt bij boter op 10 cent per pakje ge raamd en bij kaas op 15 cent per kg. Voorts is ook de oriëntatieprijs voor rundvlees verhoogd en wel van 2,125 tot 2,22 per kg levend gewicht; het Landbouwschap had 2,25 gevraagd. In hoe verre de vastgestelde oriëntatieprijzen voor rund vlees en kalfsvlees zullen doorwerken in prijsver hogingen voor de consument moet worden afge wacht. Wanneer bij een gunstig verlopende afzet de melk inderdaad anderhalve cent meer zal opbren gen de kosten van levensonderhoud zullen er naar schatting 0,22 punt door stijgen betekent dit voor 160.000 veehouders een inkomensverho ging van rond 100 miljoen gulden. In hoeverre de kostenverhogingen kunnen worden opgevangen en of de veehouders hierdoor enigermate in de wel vaart kunnen delen, valt moeilijk te overzien. Voorts heeft de regering besloten de kosten van de georganiseerde dierziektenbestrijding over te nemen. Dit jaar zal 10 cent per 100 kg melk min der worden gekort, waardoor de veehouders rond 6,5 miljoen minder behoeven op te brengen. Het volgend jaar komen deze kosten geheel voor reke ning van de schatkist. Verder is tegemoetgekomen aan de wens van het Landbouwschap meer middelen beschikbaar te stellen voor het Ontwikkelings- en Sanerings fonds. Daardoor zal meer inhoud kunnen worden gegeven aan het ontwikkelingsbeleid, kunnen knel punten worden weggenomen en kan een snelle aanpassing en modernisering van de bedrijfsstruc tuur worden gestimuleerd. 73

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 11