stuks. Alleen het paard legde het loodje: na een daling van 16% bleven er nog 113.000 over. De helft van de Nederlandse boeren houdt nu geen enkel paard meer. landbouwbeleid Uit het bovenstaande blijkt duidelijk welke grote bijdrage Oo agrarische bedrijfstak levert aan de nationale welvaart. Dit is mede te danken aan het in Nederland gevoerde landbouwbeleid. Een land bouwbeleid dat allereerst ten doel heeft voor waarden te scheppen voor een zo hoog en zo ra tioneel mogelijke produktie. Dank zij onderwijs en voorlichting zijn de kennis en de vakbekwaamheid van onze boeren en tuinders hoog opgevoerd- dank zij een intensief onderzoek wordt getracht allerlei problemen van produktiviteit, aantasting door ziekten en plagen, be- en verwerking tot op lossing te brengen. Door middel van ruilverkave ling, ontsluiting en waterbeheersing worden de externe produktieomstandigheden zoveel mogelijk verbeterd. Thans wordt ook via het Ontwikkelings- en Saneringsfonds de landbouw geholpen bij de aanpassing aan zich wijzigende omstandigheden en wordt de modernisering van de bedrijfsvoering gestimuleerd. Dit zijn allemaal belangrijke elemen ten van het landbouwbeleid, waaraan jaarlijks mil joenen guldens ten koste worden gelegd. Naast dit moderne structuurbeleid blijft ook het prijsbeleid een belangrijke rol spelen. Zonder dit prijsbeleid zou de agrarische bedrijfstak niet zo'n betekenende factor voor ons nationale welzijn kunnen vormen als thans het geval is. De prijs vorming van onze land- en tuinbouwprodukten wordt immers in belangrijke mate bepaald door een internationale markt waar de spelregels van een vrije onderlinge concurrentie geheel ontbreken. Een markt waar overschotten ver beneden de kos ten, waarvoor de produkten zijn voortgebracht, worden aangeboden. Een markt waar de produkten door hoge invoerrechten belangrijk minder op brengen dan de consument er voor betaalt. Een markt ook waar het stelsel van contingenteringen een vrij handelsverkeer belet. Wanneer wij geen prijsbeleid zouden voeren, wanneer vaak zeer ingewikkelde landbouwpoli tieke maatregelen achterwege zouden blijven zoals door sommige kringen in Nederland wordt bepleit dan zou de prijsvorming van onze land en tuinbouwprodukten volledig worden bepaald door de totaal verstoorde internationale over- schottenmarkt. Hetgeen zou betekenen dat de boer voor zijn melk niet meer zou kunnen be dingen dan ongeveer 20 cent per liter, dat de tarwe, in plaats van 38,nu, een prijs zou op brengen van rond 20,per 100 kg. De suiker bieten zouden dan helemaal geen waarde meer hebben, omdat de internationale suikerprijs net de verwerkingskosten kan dekken, terwijl dank zij het huidige landbouwbeleid die suikerbieten nu 65, per ton opbrengen. melkprijs Voor 160.000 bedrijven vormt de opbrengst van de melk een belangrijke, vaak zelfs de belangrijk ste inkomstenbron. Zo belangrijk als het loon is voor de werknemer, zo belangrijk is de melkprijs voor de boer en zijn gezin. Daarom vormt de vast stelling van het prijsbeleid voor de melk telkenjare welhaast het voornaamste punt van de onderhan delingen tussen de georganiseerde landbouw en de regering. Slechts door een stelsel van vrij ingewikkelde maatregelen, zoals een verrekenprijs voor con- sumptiemelk, een toeslag op industriemelk en in- leveringsprijzen voor boter, kaas en magere melk poeder, is het mogelijk een hogere prijs te reali seren dan de melk bij een vrije doorwerking van de wereldmarkt zou opbrengen. Het vaststellen van de melkprijs en alles wat daaraan vastzit kost danook telkenjare heel wat hoofdbrekens, zowel aan de landbouworganisaties en het ministerie van Landbouw als ook aan het Kabinet. Op grond van kostenstijgingen en van de renta biliteit van het veehouderijbedrijf zou een melk prijs van 35 cent per kg melk met 3,7 vet alles zins verantwoord zijn. In het besef, dat deze prijs niet zou passen in het E.E.G.-beleid en bovendien niet gerealiseerd zou kunnen worden in de markt omdat de melkprijstoeslag moet worden ver laagd en de zuivelprijzen dan een zo sterke ver hoging zouden moeten ondergaan dat daardoor de 77

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 10