wat ongunstiger waren, dan op grond van de ver
houdingen op de kapitaalmarkt gerechtvaardigd
werd geacht. Bij de geboden rentevoet van 6%
en een uitgiftekoers van 991/2 komt het reële
rendement nl. uit op 6,304 waarmee het zo
scherp op de marktverhoudingen was afgestemd,
dat daarvan op de grote beleggers geen aantrek
kingskracht kon uitgaan. Waarbij dan nog kwam
dat het leningbedrag van 250 miljoen onder de
bestaande omstandigheden aan de hoge kant werd
geacht. Daarbij werd mede in overweging genomen
dat bij de vorige staatslening die in het najaar
werd uitgegeven, de belangstelling zo was tegen
gevallen, dat de minister het bedrag van de lening,
dat niet tevoren was vastgesteld, ten slotte op
slechts 140 miljoen heeft moeten bepalen.
Op grond van de Miljoenennota van september
jl. wist men dat voor dekking van het begrotings
tekort over 1965 in totaal nog 550 miljoen moest
worden geleend, terwijl voor 1966 in een lening
behoefte van 200 miljoen moest worden voor
zien. Daar bij de behandeling van de begroting nog
een leningmogelijkheid van 50 miljoen additioneel
werd toegevoegd bij genoemde behoeften, zal
derhalve in totaal voor 800 miljoen op de pu
blieke kapitaalmarkt moeten worden verkregen.
Daarvan komt dan in mindering de 140 miljoen
die de 5Staatslening 1965 II, die tegen
99% in oktober jl. werd uitgegeven, heeft op
geleverd. Uiteindelijk zal derhalve nog voor 660
miljoen een beroep op de kapitaalmarkt moeten
worden gedaan, zodat er nu zeker nog twee le
ningen door het Rijk zullen moeten worden ge-
emitteerd.
grote leningbehoeften
Op zichzelf kan in die behoeften van de Staat
gemakkelijk door de kapitaalmarkt worden voor
zien, maar daarbij dient men te bedenken, dat de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten regelmatig
een beroep op de kapitaalmarkt zal blijven doen,
zeker nu de gemeenten verplicht zijn hun behoeften
weer over deze instelling te leiden, terwijl de vraag
van de zijde van het particuliere bedrijfsleven
eveneens aanzienlijk zal blijven. De oorzaak mag
als bekend worden verondersteld. De hoge lonen
en de arbeidsschaarste dwingen de ondernemingen
tot steeds verdergaande mechanisatie (automati
sering) en diepte-investering, terwijl als gevolg
van de inkrimping van de winstmarges daartoe in
afnemende mate middelen uit het eigen bedrijf be
schikbaar komen. Verder is de toestand op de
aandelenmarkt allerminst zodanig, dat deze een
groot opnemingsvermogen voor aandelenemissies
bezit, zodat ook op deze grond rekening dient te
worden gehouden met een grote leningvraag, die
dan nog in de hand wordt gewerkt door het feit,
dat de aan een lening verbonden rentelasten als
kosten op de exploitatierekening kunnen worden
afgeboekt, in tegenstelling tot de uitkeringen op
aandelen, die uit de winst moeten geschieden.
Zolang de gunstige conjunctuur, die in de eerste
plaats van het buitenland uitgaat, bestendigd blijft,
zal in de moeilijke verhoudingen op de kapitaal
markt nauwelijks een verlichting kunnen intreden.
Daarom dient men er rekening mee te houden, dat
de rente zich voorshands op een hoog niveau zal
blijven handhaven. Wij hebben hierbij met een ver
schijnsel van internationale aard te doen, dat eigen
lijk door de Amerikaanse monetaire politiek, ge
richt op het herstel van het dollarevenwicht, in het
leven is geroepen. Dat beleid heeft de toestroming
van buitenlands kapitaal niet alleen tot staan ge
bracht, maar zelfs ertoe geleid, dat er middelen
aan de kapitaalmarkt in ons land en elders ten
behoeve van de financiering van Amerikaanse
ondernemingen worden onttrokken.
Verder zal het duidelijk zijn dat, voor zover op
nieuwe leningen wordt ingeschreven met tegoeden
die eerst op spaarrekening door particulieren wer
den aangehouden, in wezen stuivertje wisselen
wordt gespeeld, waarbij de gemeenschap nauwe
lijks gebaat kan zijn. Want tegenover de opvra
gingen van particulieren die inschrijven op een
langlopende lening, moeten de uitzettingen, die te
voren tegenover die particuliere saldi stonden,
vaak weer worden afgewikkeld, waardoor toch
weer een opwaartse druk op de rente ontstaat.
rente op nieuwe recordstand
Overigens spreekt het vanzelf dat de weten
schap, dat er nog zoveel kapitaalvraag te bevre-
52