kroniek van land- en tuinbouw wateroverlast vereist voorzieningen op nationaal niveau; veehandel ontwricht door mond- en klauwzeer; marktondersteuning; effectieve bestrijding; prijsbeleid biedt weinig mogelijkheden tot inkomstenverbetering; in 1966 zal meer inhoud moeten worden gegeven aan het structuur- en ontwikkelingsbeleid. Bij de inzet van het nieuwe jaar doemen direct reeds vele problemen op waarvoor de boer en de tuinder een oplossing zullen moeten vinden. Het overtollige water en de mond- en klauwzeerepidemie hebben de financiële positie van velen aangetast. De steeds verdergaande kostenstijgingen kunnen niet meer in het prijs beleid worden gecompenseerd. De arbeidspro- duktiviteit zal daarom nog hoger moeten wor den opgevoerd, het produktie- en afzetpatroon verder aangepast. Door verdere samenwerking, via verticale integratie of producentenorgani satie, zal de boer moeten trachten een zo groot mogelijk aandeel van de consumentengulden te bemachtigen, waarvan overigens een steeds kleiner wordend deel voor de aankoop van agrarische produkten wordt besteed. Op het terrein van de landbouwpolitiek moe ten belangrijke beslissingen worden getroffen; de Gemeenschap van de Zes moet verder wor den uitgebouwd. Naarmate het prijsbeleid min der ruimte biedt voor verbetering van de renta- biliteitspositie zal nog meer nadruk moeten worden gelegd op het structuurbeleid. Willen onze boeren en tuinders al deze pro blemen van produktie, prijsvorming en afzet, en uiteindelijk van de leefbaarheid in de agrarische sector, gezamenlijk en in samenwerking met de overheid, tot een goede oplossing kunnen brengen dan is daarvoor een effectieve organi satorische toerusting noodzakelijk. wateroverlast De grote watermassa's en de langdurige overstromingen hebben voor velen welhaast rampzalige gevolgen. Er is ernstige schade aan gericht aan waterkeringen, dijken en wegen. Maar ook de gebouwen van individuele bedrij ven hebben van het hoge water geleden, er is structuurbederf van de grond, schade aan hooi en kuilvoer, het transport naar en van geïso leerde boerderijen vergt extra kosten. Welis waar hebben de door wateroverlast zwaarst getroffen boeren kunnen aankloppen bij de zelf standigenregeling van de Algemene Bijstands wet, doch ook velen die minder zwaar getroffen zijn, zullen de schade niet met eigen middelen kunnen herstellen. Hoewel men bewondering kan hebben voor hetgeen in Nederland door de eeuwen heen op waterstaatkundig gebied is gepresteerd, rijst toch de vraag of men niet tot een grotere aan pak moet komen. Het incidentele optreden van de afzonderlijke waterschappen biedt geen op lossing. Men zal meer moeten samenwerken om het water in de toekomst de baas te kunnen blijven. Waar de taak en de bevoegdheden van waterschappen en provinciale overheden zich slechts tot een bepaald gebied uitstrekken, dienen thans vooral op nationaal niveau meer voorzieningen te worden getroffen. En wel in versneld tempo. Het waterhuishoudingspro bleem is niet alleen een zaak van hen die door wateroverlast werden getroffen maar een na tionaal probleem. Het Nederlandse volk zal ook in 1966 moeten tonen ten behoeve van de zo noodzakelijke voorzieningen geldelijke offers uit de algemene middelen te willen brengen. luchtverontreiniging en verzilting Een soortgelijke problematiek als bij de wa teroverlast doet zich ook voor met betrekking tot de steeds verdergaande verzilting van het bodemwater in bepaalde gebieden. Vooral voor 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 8