sparend Nederland Bedragen x f 1 min Mutaties jan /okt. Saldo tegoed Tegoed In van het totaal Mutaties november Spaar- verschil oktober Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil 1/1 31/10 1/1 31/10 Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil 1965 Rfb. Utrecht -f Centr. Bank 51,8 2010,2 1.660,1 350,1 4.315,6 4.665,7 24,6 24,7 228,0 179,1 48,9 Bib Eindh 17,3 1.442,7 1.218,9 223,8 2.773,9 2.997,7 15,8 15,9 151,1 132,5 18,6 R.P.S. 4,2 1.164,0 974,4 189,6 3.880,0 4.069,6 22,1 21,5 101,0 106,8 5,8 Alg. Spaarb 17,8 2.695,6 2.344,2 351,4 4.584,1 4.935,5 26,1 26,1 267,0 251,3 15,7 Handelsb. 4,7 225,9 1.995,6 2.221,5 11,4 11.8 15,8 86,4 1340,8 17.549,2 18.890,0 100,0 100,0 +93,2 1964 Rfb. Utrecht -I- Centr. Bank 36,3 1.766,4 1.495,2 271,2 3.852.6 4.123,8 24,7 24,4 200,3 149,0 51,3 Bib. Elndh. 18,4 1.292,5 1.068,8 223,7 2.431,4 2.655,1 15,6 15,7 126,4 107,3 19,1 R.P.S. 8,4 1.079,8 914,3 165,5 3.568,0 3.733,5 22,8 22,0 97,0 88,2 8,8 Alg. Spaarb. 16,4 2.451,4 2.146,5 304,9 4.111,8 4.416,7 26,3 26,1 239,2 208,6 30,6 Handelsb 3,7 338,0 1.653,0 1.991,0 10,6 11,8 12,3 75,8 1303,3 15.616,8 16.920,1 100,0 100,0 122,1 kanttekeningen bij de cijfers In november ondergaan de toevertrouwde middelen door seizoeninvloeden in den regel een belangrijke uit breiding. Ook in 1965 was dit het geval. Aan spaargelden werd bij de aangesloten banken f 49,0 meer ingelegd dan terugbetaald en de creditsaldi in lopende rekening ver toonden een stijging van bijna hetzelfde bedrag, namelijk f 49,7 miljoen. Het spaaroverschot in november was iets lager dan in dezelfde maand van 1964. Hierbij moet echter bedacht worden, dat volgens de normale trend en het seizoen patroon, het resultaat van november 1964 aan de hoge kant lag. Vorig jaar namen de toevertrouwde middelen in november f 100,5 miljoen toe en dit jaar met f 98,7 miljoen. De kredietverlening en de beleggingen in eigen kring ondergingen een uitbreiding van f 41,4 miljoen tegen vorig jaar van f 18,4 miljoen. Een sterke toeneming dus, die verband houdt met de verbeterde liquiditeitspositie van de banken. Wat het spaarresultaat van de andere spaarinstellingen betreft: bij de boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, werd net als bij de Utrechtse organisatie iets minder gespaard dan vorig jaar. Bij de R.P.S. en de Algemene Spaarbanken was het resultaat beduidend slechter. Al leen de handelsbanken boekten een iets hoger spaar overschot in vergelijking met november 1964. De voorlopige cijfers voor december luiden: Utrecht f 6,6 miljoen Eindhoven f 1,9 miljoen R.P.S. f 18,2 miljoen Alg. spaarbanken f 1,2 miljoen De vermindering van de besparingen in december zijn hoofdzakelijk aan incidentele factoren verwachtingen voor prijsstijgingen in 1966 toe te schrijven. Ondanks het teruglopen in december was het spaaroverschot over geheel 1965 voor onze organisatie hoger dan in enig voorafgaand jaar. 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1966 | | pagina 25