stegenkapitaalbehoefte van overheid en be
drijfsleven in een tijd dat de kapitaaltoevloeiing
uit het buitenland aanzienlijk is verminderd en
een politiek van kredietbeperking, gevolgd door
de Nederlandsche Bank, de ondernemingen tot
consolidatie van kortlopende schuld stimuleert.
Dit heeft vooral in de tweede helft van het jaar
tot een sterkere cumulatie van de emissies ge
leid en het is dan ook in deze periode vooral
geweest, dat de rentestijging zich accentueerde.
Vooral ten gevolge van de sterke stijging der
particuliere investeringen is de emissiebedrij
vigheid in 1965 belangrijk toegenomen, zoals
het volgende staatje in beeld brengt.
1965 1964
(in miljoenen guldens)
Rijk505 652
Bank voor Ned. Gem. 648 421
Particuliere sector 888 416
Buitenland 104 56
2145 1545
Van het totaal der particuliere emissies ad
888 miljoen had 759 miljoen betrekking op
obligatieleningen en 129 miljoen op aandelen
emissies. Helaas zijn tot dusverre geen statis
tieken beschikbaar betreffende de onderhandse
leningactiviteit, die in 1965 eveneens zeer aan
zienlijk is geweest.
De twee grootste leningen van 1965 zijn die
geweest van de Nederlandse Gasunie en van
de Unilever. Beide waren 300 miljoen groot.
Van de eerste stond de inschrijving nog in de
cember 1964 open, doch moest de storting op
14 januari 1965 geschieden, terwijl de storting
op de lening van de Unilever, waarvoor de in
schrijving medio december 1965 openstond,
eerst in januari 1966 moest plaats vinden.
Laatstgenoemde lening is dan ook niet in het
emissietotaal van 1965 begrepen.
Bij de Gasunie betrof het een 5% lening
die a pari werd uitgegeven tot een bedrag van
300 miljoen, waarvan 87,5 miljoen door het
buitenland werd ingeschreven en f 212,5 mil
joen op de Nederlandse kapitaalmarkt werd ge
plaatst. Bij de Unilever betrof het, zoals men
weet, een 6% lening die tegen 98% werd uit
gegeven; het rendement van 6,21 dat de le
ning op die basis gemiddeld afwerpt, was het
hoogste, dat in 1965 werd geboden, terwijl van
het beschikbare bedrag f 100 miljoen in het
buitenland werd geplaatst en 75 miljoen voor
onderhandse plaatsing bij institutionele beleg
gers werd gereserveerd. Aan die emissie van
de Unilever is zoals bekend de uitgifte van een
6 lening Koninklijke Zout-Ketjen ad f 50
miljoen tegen 991/2 voorafgegaan.
betalingsbalans belangrijk verbeterd
Wat het betalingsverkeer met het buitenland
aangaat, is een belangrijke verbetering inge
treden. Terwijl op de lopende rekening van de
betalingsbalans in 1964 een tekort van rond
730 miljoen bestond, wordt voor 1965 een
overschot verwacht van ongeveer een half mil
jard, hetgeen derhalve een verbetering van
1,25 miljard zou betekenen.
De geregistreerde uitkomsten van 1965 zijn
echter nog slechts tot en met het derde kwar
taal beschikbaar. Daaruit blijkt, dat de lopende
rekening van de betalingsbalans voor de eerste
negen maanden van het afgelopen jaar een te
kort aanwijst van f 170 miljoen tegen een tekort
van 869 miljoen in de overeenkomstige pe
riode van 1964. Op transactiebasis is voor ge
noemde periode een overschot geregistreerd
van 75 miljoen tegen nog een tekort van
1106 miljoen voor de eerste negen maanden
van 1964.
Het particuliere kapitaalverkeer geeft voor
de eerste negen maanden van 1965 een over
schot te zien van 234 miljoen tegen 341 mil
joen, doch dat van de banken toont een tekort
van 545 miljoen tegenover een overschot van
47 miljoen. Aan binnenlandse effecten (klaar
blijkelijk uitsluitend obligaties) werd aan het
buitenland voor 400 miljoen verkocht tegen
f 172 miljoen, doch aan buitenlandse effecten
per saldo gekocht 153 miljoen tegen f 49 mil-
18