Op iedere studiedag zullen drie inleidingen
worden gehouden over verschillende facetten
van eenzelfde onderwerp. Na iedere inleiding
zal er gelegenheid worden geboden voor dis
cussie en voor het uitwisselen van gedachten.
Van het behandelde zal bovendien door de do
centen een syllabus worden gemaakt of een
studieaanwijzing worden gegeven. Al met al be
loven het wèl gevulde dagen te worden, welke
zowel van de deelnemers als van de docenten
veel concentratie zullen vragen.
Vereist is, dat alle deelnemers voorzien zijn
van een behoorlijke dosis enthousiasme om de
syllabi en de studieaanwijzingen welke zij zullen
ontvangen, serieus te bestuderen en dat zij zich
ook tijdens de studiedagen geheel zullen inzet
ten. Speciaal is dit het geval wanneer er onder
werpen worden behandeld waarmede men in de
praktijk nog niet of weinig in aanraking is ge
komen.
op het spoor
Het geheel van de studiedagen overziende,
lijken hier mogelijkheden voor ontwikkeling van
de functionarissen geboden te worden welke tot
voor kort in onze organisatie nauwelijks denk
baar waren. Moge dit het enthousiasme ver
sterken en de deelnemers ertoe aanzetten niet
met deze studiedagen alleen tevreden te zijn,
maar ook zelf ,,de hand aan de ploeg te slaan"
en een gerichte studie voor een bepaald diplo
ma te beginnen.
Als daartoe deze studiedagen de deelnemers
,,op het spoor" zouden zetten, kunnen deze
dagen slagen en kan voor de deelnemers een
nieuwe ontwikkeling zijn ingezet die èn voor
henzelf èn voor de aangesloten banken van
grote betekenis moet zijn. De kleine bezwaren,
welke er mogelijk aan de tijdplanning en aan de
keuze van de onderwerpen verbonden zijn, zul
len dan ook niet zwaar meer worden genomen.
naar twee zijden
Ongetwijfeld kunnen de studiedagen behalve
naar de zijJe van de deelnemers, ook een gun
stig effect sorteren naar de zijde van de do
centen. Voor hen betekenen deze dagen een
bijzondere inspanning, niet alleen wat betreft
de voorbereiding van de inleidingen en de syl
labi, maar ook wat betreft de dagen zelf, omdat
zij dan niet in de gelegenheid zijn hun veelal
overbezette dagtaak te vervullen. Het is daarom
zo verheugend, dat toch aller medewerking
spontaan werd toegezegd. Het zou daarom van
grote betekenis zijn, indien de docenten zelf
tijdens de studiedagen ook ,,een graantje kon
den meepikken". De mogelijkheden daarvoor
zijn zeker aanwezig wanneer in aanmerking
wordt genomen, dat zij door het in contact ko
men met de medewerkers uit de praktijk, ge
confronteerd worden met de dagelijkse werk
zaamheden van de deelnemers. Deze confron
tatie van adviseur en praktijkman zal aan de
uitvoering van de werkzaamheden zeker ten
goede komen. Het zal interessant zijn te ver
nemen in hoeverre ook dit facet van de studie
dagen naar voren zal komen.
1