Tuinbouw en financiering Enige kanttekeningen bij het L.E.I.-rapport Financiering van de Tuinbouw in 1962" Da verwarmde groenteteelt - glastuinbouw - heeft het de laatste twee jaar niet gemakkelijk gehad. Na een aantal jaren met goede bedrijfs resultaten, waarbij een netto-overschot van 20,per 100,kosten geen uitzondering was, daalden de resultaten in 1964 zo zeer, dat de opbrengsten de kosten niet of nauwelijks dekten. Alhoewel de verwachtingen voor de uitkomsten van 1965 wat gunstiger zijn, lagen de prijzen van de vroege tomaten dit jaar toch op een teleurstellend niveau. Een aantal tuin ders is hierdoor in een minder gemakkelijke financiële situatie gekomen en men kan zich afvragen wat de oorzaken van de huidige moeilijkheden zijn. De marktsituatie Zonder uitvoerig op de vraag/aanbodver houding met betrokking tot verwarmde eetbare glastuinbouwprodukten in te gaan, kan wel ge steld worden dat er geen sprake van is, dat de vraag, met name uit het buitenland, de laatste twee jaar aan het verminderen is. Het tegendeel is het geval; de stijgende exporten getuigen hiervan. Wel ondervindt het steeds groter wor dend Nederlandse aanbod in het buitenland een toenemende concurrentie van zowel onder glas geteelde produkten als opengrond-produkten uit Zuid-Europa en de Afrikaanse landen. Dit grotere exportaanbod uit ons land ener zijds en het grotere aanbod uit zuidelijke landen anderzijds zijn de oorzaken van de lagere prij zen, vooral met betrekking tot de vroege teel ten. In de voorafgaande jaren had de Nederlandse glastuinbouw op haar exportmarkten voor vroege glasprodukten een sterke positie en ondervond daar een matige concurrentie. Thans is dit veranderd en moet men concurreren tegen een vaak onregelmatig aanbod uit de zuidelijke landen. Het vroege tijdstip van levering, te bereiken door investeringen in glas en verwarming, ver viel hierdoor goeddeels als aspect voor het a priori behalen van goede bedrijfsresultaten. Aangezien dit in voorafgaande jaren wel min of meer het geval was, geloven wij dat dit mo gelijk één van de belangrijkste aspecten is, welke uit de veranderende concurrentiesituatie op de markt naar voren komt. Op onze buitenlandse markten voor eetbare glastuinbouwprodukten zien we dus een groter aanbod, maar anderzijds ziet het er toch niet naar uit, dat de stijgende vraag zal tanen. Welke prijs men in de toekomst zal maken, valt na tuurlijk niet te voorspellen, maar het valt wel te betwijfelen of de gunstige prijzen van de voorafgaande periode weer zullen terugkeren De tuinbouw zal dus met relatief lagere prijzen rekening moeten houden. Tevens zijn er in de toekomst mogelijk aanzienlijke prijsschomme- lingen te verwachten vanwege het nogal wissel vallige aanbod van de zijde van de zuidelijke landen. In de ondertitel van dit artikel werd het tuin- bouwfinancieringsrapport 1962 van het L.E.I. aangehaald. Men kan zich afvragen of een rap port, handelend over de situatie in 1962, nog veel kan bijdragen tot de beantwoording van de vraag, waaruit de eventuele moeilijkheden in 1964 en 1965 voortspruiten. Gesteld kan wor den, dat de financiële situatie van een bedrijf wel aan veranderingen onderhevig is, maar dat de veranderingen in de eigen-vermogensstruc tuur van de bedrijven gedurende die twee jaar van relatief beperkte omvang zullen zijn. De totale vermogensbehoefte van de bedrijven is door de grote investeringen in 1963 en 1964 echter toegenomen. Stellen wij daarnaast, dat de revenuen in de sector van de eetbare glas tuinbouwprodukten in 1964 en 1965 aan de ma tige kant zijn (of zullen zijn), dan is het duide lijk dat het vreemd vermogen in de tuinbouw sinds 1962 over het algemeen toegenomen is. Uitgaande van de situatie in 1962 kan men zich dus wel in zekere mate een beeld vormen van de situatie in 1964 en 1965, alhoewel recentere gegevens natuurlijk een beter beeld zouden geven. De financiële situatie van de glastuinbouw in het Westland en in De Kring in 1962 a. Gemiddelden per gebied Bij de beoordeling van de financiële si tuatie wordt vaak uitgegaan van gemiddel den. Dit is inherent aan de beoordeling van 378

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 28