Belgische Boerenbond
(de organisatie)
Hoofdbestuur
Sociale afdelingen
(verschillende afdelingen
voor dienstverlening
op sociaal gebied)
Economische afdelingen m.n. Aan- en Verkoop
vennootschappen v.d. Belg. Boerenbond
Assurantiën
Technische Dienst (o.a. verkoop machines)
Centrale Kas (waarbij aangesloten
1 830 Raiffeisenkassen)
De structuur van de plaatselijke afdelingen
van de Boerenbond is ongeveer dezelfde als
die van de centrale organisatie. Ook daar vormt
de Raiffeisenkas in oorsprong een onderdeel
van de plaatselijke afdeling van de Boerenbond.
De laatste jaren krijgen de Raiffeisenkassen
echter op plaatselijk niveau wel een meer zelf
standige positie. Sinds de reorganisatie is de
positie van de Centrale Kas t.o.v. de Raiffeisen
kassen aanmerkelijk verzwaard.
De Centrale Kas is een coöperatie op aan
delen. De leden zijn de plaatselijke Raiffeisen
kassen, de bestuursleden, de handelsvereni
gingen van de Belgische Boerenbond, alsmede
de coöperaties die betrekkingen met de boeren
bond onderhouden.
Tussen de Centrale Kas en de Raiffeisenkas
sen bestaat een typische taakverdeling m.b.t.
de kredietverlening en middelenaantrekking.
De Centrale Kas heeft de spaardeposito's op
langere termijn onder zich, verstrekt het hypo
thecaire krediet, de bijzondere kredieten, het
collectieve krediet, alsmede het krediet aan
coöperaties. De Raiffeisenkassen hebben de
direct opvraagbare spaarmiddelen onder zich,
verstrekken leningen onder borgtocht en land-
bouwvoorrecht, terwijl zij daarnaast de instal
latiekredieten verstrekken. Alle kredietaanvra
gen worden door de Centrale Kas beoordeeld
op hun technische merites. De plaatselijke kas
sen zijn verplicht hun overtollige middelen bij
de Centrale Kas in depot te storten.
De kredietverstrekking heeft voornamelijk
betrekking op de landbouw. Ongeveer 90
van de verstrekte kredieten is voor de land
bouw bestemd. Daarentegen is ongeveer 40
van de spaargelden afkomstig uit de niet-land-
bouwsector. Vooral sinds het in-werking-treden
van het Landbouw Investerings Fonds, dat
rentesubsidies en borgstellingen verschaft, is de
kredietverlening aan de landbouw aanmerkelijk
uitgebreid.
Het aantal plaatselijke kassen is na de re
constructie, voornamelijk door fusies, aanmer
kelijk ingekrompen en in 1945 waren er nog 711
Raiffeisenkassen. Sinds 1945 is echter dit aan
tal weer uitgebreid tot 830. De laatste jaren
probeert men echter opnieuw tot concentratie
van kassen te komen. Sinds 1954 tracht de or
ganisatie in Wallonië voet aan de grond te krij
gen. Daar dit deel van het land niet geschikt
is voor kleine plaatselijke kassen, is men over
gegaan tot de oprichting van regionale kassen.
Deze pogingen zijn niet zonder succes geweest,
want momenteel bestaat er een twaalftal van
dergelijke kassen in Wallonië.
Doordat alle kredietaanvragen door de Cen
trale Kas moeten worden gecontroleerd, brengt
dit bijzonder veel administratief werk mede.
Thans tracht men door nieuw op te richten pro
vinciale bureaus deze administratieve werk
zaamheden te versnellen.
Tot besluit
Alhoewel bij de reorganisatie van 1935 de on
beperkte aansprakelijkheid (één van Raiffeisens
grondprincipes) vervangen werd door een aan-
delensysteem, zijn de Belgische kassen de
naam Raiffeisen ten volle waard. Mogen de
wettelijke bepalingen in België op het gebied
van de private spaarinstellingen ons wat dwang
buisachtig aandoen; desondanks vertoont de
Belgische Raiffeisenorganisatie een grote vitali
teit. Het feit dat zij in vrij korte tijd de belang
rijkste landbouwkredietverstrekker in België is
geworden, alsmede haar expansie in Wallonië,
getuigen hiervan.
376