Van de totale produktie wordt 12% geleverd door de drie Noord-Afrikaanse landen: Algerije, Marokko en Tunis, die verder gevorderd zijn in de ontwikkeling van de landbouw en het landbouwkrediet dan de Afrikaanse staten ten zuiden van de Sahara. De verbetering van de landbouw in Afrika ontmoet grote moeilijkheden. Het klimaat is in uitgestrekte gebieden zeer ongunstig (perma nente regen in de omgeving van de evenaar, permanente droogte in de woestijn). In de landen met een gematigder klimaat is de regenval zeer wisselvallig en irrigatiewerken zijn nog uiterst schaars. Een tweede, bijna even grote moeilijkheid vormt het ontwikkelingsniveau van de bevol king. Moderne landbouwmethoden invoeren in een land waar zelfs lager onderwijs ontbreekt, is niet mogelijk. In dit opzicht vormen de Noord-Afrikaanse landen een voorbeeld voor de zuiderlijker lan den: het onderwijs wordt er met kracht aange pakt, te beginnen met het lager onderwijs. Echter ook het middelbare en het middelbare technische en landbouwonderwijs worden ont wikkeld. Met de toenemende invloed van dit onder wijs groeit de ontvankelijkheid van de land bouwers voor modernere methoden en daarmee de vooruitzichten op een hogere levensstan daard. Het is echter een proces van lange duur en de Afrikaanse landen zullen nog vele jaren be hoefte hebben aan wetenschappelijke, techni sche en financiële hulp van meer ontwikkelde landen. Teneinde de mogelijkheden van deze hulp en de doelmatigheid van de verschillende vormen van hulp nader te bestuderen, heeft de C.I.C.A. ter gelegenheid van deze studiebijeenkomst uit haar Afrikaanse leden een permanente commis sie voor de studie van het landbouwkrediet in Afrika samengesteld, die aan het bestuur van de C.I.C.A. voorstellen kan doen met betrek king tot de mogelijkheden tot hulpverlening door meer ontwikkelde landen. Op deze wijze hoopt men te bereiken dat eventuele hulpacties rechtstreeks aansluiten aan de behoeften, zoals deze werkelijk bestaan, en een vooral op de praktijk gericht karakter zullen verkrijgen. Aan het slot van de studiebijeenkomst werd ons tijdens een naar keuze twee- of vierdaagse excursie een beeld gegeven van hetgeen in Tu nesië reeds op het stuk van de ontwikkeling van landbouw en landbouwkrediet werd verricht. Bewondering voor de wijze, waarop de Tu nesische regering het agrarische levenspro bleem van het land fundamenteel heeft aange pakt, was de hoofdindruk die wij van deze excursie mee naar huis namen. Noordeloos 7 miljoen In verband met het bereiken van de 7 mil joen spaargelden ontving de heer M. Roozen- daal (rechts) een rijwiel. De voorzitter van de bank, de heer C. Kooyman, (links) wenst hem geluk. 363

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 13