den. Dit zal hier en daar een offer(tje) kosten,
maar zoals bij vele banken reeds is gebleken,
kan ook de veiligheid veilig" gesteld worden,
soms door kleine maatregelen. Iedere bank zal
dan zien, dat veiligheid én gastvrijheid goed
samen kunnen gaan.
STRUCTUURCOMMISSIE
Het blijft naar buiten toe nog volledig stil wat
de werkzaamheden van de commissie betreft.
Maar insiders weten, dat tal van onderwerpen
die op het gehele werkterrein van onze orga
nisatie, zowel naar binnen als naar buiten ge
richt, betrekking hebben, de commissie bezig
houden. Het zou onjuist zijn in dit stadium de
sluiers al op te lichten en de organisatie de
nog deels onrijpe vruchten voor te zetten. Het
werktempo van de commissie ligt echter hoog.
Het laat zich aanzien, dat met de verschijning
van het rapport geen jaren gemoeid zullen zijn.
De onderwerpen die in behandeling zijn ge
nomen, raken, zoals gezegd, het gehele werk
terrein van de organisatie. Ter bespoediging
van de gang van zaken is de commissie reeds
in de eerste vergadering, gehouden op 8 april
1965, overgegaan tot de instelling van werk
groepen.
Drie werkgroepen werden geformeerd, be
staande uit leden van de commissie zelf. De
werkgroepen hebben zich beziggehouden met
respectievelijk de vragen op het terrein van de
ontwikkeling en de bedrijfsvoering van de
plaatselijke banken, de vragen op het terrein
van de gehele dienstverlening van de plaatse
lijke banken en de Centrale Bank en tenslotte
de vragen betreffende de interne verhoudingen
in de organisatie. Zij hebben inmiddels verslag
van hun bevindingen uitgebracht aan de com
missie. In plenovergaderingen worden deze ver
slagen thans behandeld.
Tot zover de stand van zaken. De brede ma
terie die de commissie onderzoekt, houdt feite
lijk een inventarisatie in van de activiteiten en
de verhoudingen in de organisatie. Deze inven
tarisatie, geplaatst tegen de achtergrond van
het historisch gegroeide énerzijds en de eisen
van de tegenwoordige tijd anderzijds, vormt het
wezenlijk structuuronderwerp, waarover de
commissie haar licht wil laten schijnen.
STUDIEDAGEN FUNCTIONARISSEN
AANGESLOTEN BANKEN
In het septembernummer werd de verwach
ting uitgesproken, dat binnenkort nadere mede
delingen over een mogelijkheid voor opleiding
van medewerkers bij de aangesloten banken
konden worden tegemoetgezien. Begin oktober
deelden wij mede, dat er een voorlopige vorm
was gevonden voor het organiseren van een
achttal studiedagen, te verdelen over twee ja
ren. Bij de circulaire was ook een aanmeldings
formulier gevoegd. Deze voorlopige aanmelding
had ten doel enig inzicht te krijgen in de be
langstelling welke voor deze studiedagen zou
bestaan. Op 1 november sloot de termijn van
inzending.
In de periode tussen het verzenden van bo
vengenoemde circulaire en de sluitingsdatum
hebben de vragen ons beziggehouden hoe
groot de belangstelling zou zijn, welke functio
narissen zich zouden aanmelden en hoe de geo
grafische spreiding van de deelnemers zou zijn.
Op het moment van schrijven is de aanmel
dingstermijn gesloten, maar is het nog niet mo
gelijk een overzicht te geven van de voorlopige
inschrijvingen. Wel kan geconstateerd worden,
dat zich ruim 350 functionarissen uit alle delen
van het land hebben aangemeld.
Enerzijds verheugt ons dit aantal voorlopige
aanmeldingen bijzonder, maar anderzijds roept
het vele vragen op voor de verdere uitwerking
van de plannen. Zal het bijvoorbeeld mogelijk
blijken alle voorlopige aanmeldingen te accep
teren? Of zal er een keus moeten worden ge
maakt? Welke plaatsen moeten als centrum voor
de studiedagen worden gekozen?
Van een aantal banken kwamen meer aan
meldingen binnen. Vaak gingen deze dan ver
gezeld van het verzoek de deelnemers niet allen
tegelijk aan één studiedag te doen deelnemen.
En zo zijn er nog vele vragen, welke ons met
betrekking tot de organisatie van deze studie
dagen bezig houden.
Hoe uiteindelijk de definitieve regeling ook
zal worden, duidelijk is gebleken, dat de wensen
welke in vele discussiegroepen naar voren
kwamen voor een opleiding van de zittende
functionarissen, inderdaad een algemeen ka-
316