met het dienen van de belangen van de mid- denstandsbedrijven van overheidswege. Nadere opheldering over de argumentatie van de staats secretaris voor monopolisering van de midden standskredietverlening lijkt ons dringend ge wenst. De kredietkanalen voor deze bedrijfstak zullen ruim moeten vloeien, om een ontwikke ling mogelijk te maken, die de bedrijven voort helpt in het streven naar produktiviteitsverbete- ring. In plaats van de enge opvatting van de staatssecretaris zijn de middenstandsbedrijven veel meer gediend met een stimulering van de financieringsstroom vanuit de beschikbare ka nalen. Om dit te bereiken is het slechts nodig, dat bij de garantieverstrekking van overheids wege iedere vorm van discriminatie overboord wordt gezet. VEILIGHEID ÉN GASTVRIJHEID Zolang er banken bestaan, is de cliënt daar als koning welkom geheten. Zonder cliënten is immers het bankbedrijf ondenkbaar, leder die cliënt was of wilde worden, heeft altijd op een vriendelijke ontvangst kunnen rekenen. Vanouds dus gastvrijheid tegenover de cliënten. Maar er is toch een verschil tussen de moderne bank en de bank van, zeg dertig jaar geleden. We behoeven daarvoor maar te kijken naar de gebouwen waarin de cliënten worden ontvangen. Een bankgebouw had vroe ger vaak iets weg van een fort, sterk en solide, tegelijk vertrouwenwekkend voor de vriend en afwerend tegenover de vijand. De poort zwaaide weliswaar gastvrij open als men met goede be doelingen aanklopte, maar die poort moest tegelijkertijd de buitenstaander uitsluiten. Het gebouw boezemde de buitenstaander zelfs zo veel „drempelvrees" in, dat hij vaak niet eens durfde aankloppen. De gastvrijheid werd slechts door een betrekkelijk kleine, selecte groep cliënten genoten. De moderne bank voert echter een „open deur" politiek. Het bankgebouw en heel de in richting daarvan is erop gericht iedere drem pelvrees weg te nemen. Wij zoeken het niet meer in stijve, statige gevels, waar de stoere degelijkheid vanaf straalt. Neen, wij treden iedereen met onze gastvrije glazen deuren te gemoet en geven ons gebouw een vriendelijk uiterlijk en innerlijk, zodat het prettig is er bin nen te lopen. Wij zijn metterdaad gastvrij ge worden en overeenkomstig onze bedoeling ontvangen wij veel gasten, want nu de drempel vrees is overwonnen, heeft de grote massa de weg naar de bank gevonden. Tot zover alles goed. De kans is echter ook groter geworden, dat er bezoekers komen, die misbruik van onze gastvrijheid willen maken. Dat die kans reëel is, tonen de roofovervallen van de laatste tijd in onze eigen organisatie, die te Gieten en te Utrecht, en vooral ook de zeer recente, spectaculaire „hold-up" in Tilburg. Meer dan ooit dient daarom onze gastvrijheid gepaard te gaan met veiligheid. Onze banken handelen in het aantrekkelijkste en meest cou rante artikel dat er bestaat, nl. geld. Dat geld moet door veiligheidsmaatregelen tegen onge zonde belangstelling van ongenode „gasten" worden beschermd. Bovendien wijst de ervaring uit, dat de bewakers van het geld, nl. het per soneel van de banken, door getroffen maat regelen tegen overvallen veilig gesteld moeten worden. De Centrale Bank heeft aan deze beveili gingsmaatregelen reeds lang aandacht ge schonken en de banken behoren de adviezen van de Centrale Bank te kennen. Er wordt thans aan dit belangrijke punt opnieuw ernstige aan dacht gewijd, waarbij ook het terzake kundige advies is ingewonnen van politiefunctionarissen. Wij hebben er geen behoefte aan onze veilig heidsadviezen hier in den brede uit te meten, want veiligheid gaat hier immers met verborgen heid gepaard. Het doet ons echter genoegen u mede te delen, dat door de Centrale Bank een speciale beveiligingsinspecteur is aangesteld, die de banken gaarne nader wil adviseren. Met de gastvrijheid van onze banken is het thans goed gesteld, de veiligheid verdient mo menteel, gezien de recente slechte ervaringen met sommige „gasten", een bijzonder accent. Wij zijn ervan overtuigd, dat door opvolging van de algemene adviezen of van de in een bepaald geval gegeven bijzondere adviezen, de hoogst mogelijke veiligheid voor onze „koop waar" en voor ons personeel bereikt kan wor- 315

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 5