25 jaar Landbouw Economisch Instituut Het Landbouw Economisch Instituut, dat op 1 december a.s. haar vijfentwintig jarig jubileum viert, vindt haar ontstaan in de behoefte aan landbouweconomisch onderzoek. Voor de tweede wereldoorlog was het technisch-land- bouwkundig onderzoek reeds behoorlijk van de grond gekomen, maar aan economisch-land- bouwkundig onderzoek werd in die tijd nog weinig aandacht geschonken. Hei economisch onderzoek is van nature minder spectaculair dan het technisch onderzoek; tabellen en gra fieken spreken velen minder aan dan een nieuw ontwikkelde machine. Toch werd de noodzaak van landbouw-economisch onderzoek in die tijd meer en meer gevoeld. De overheid was in die jaren overgestapt van een vrij passief op een meer actief landbouwbeleid, waarbij de prijzen van een aantal landbouwprodukten door haar werden vastgesteld. Dit onderstreepte eens te meer de noodzaak tot bedrijfseconomisch in zicht te komen. Op initiatief van o.a. de heer H. D. Louwes werd op 1 december 1940 het Landbouw-Econo- misch Instituut opgericht met als doel het op objectieve wijze berekenen van kostprijzen van landbouwprodukten, die als basis moesten dienen voor de onderhandelingen tussen over heid en bedrijfsleven over het te voeren beleid. Vooral deze objectiviteit is van groot belang. De organisatiestructuur is hierop afgestemd, nl. het bestuur van het L.E.I. bepaalt in overleg met haar partners/financiers (Overheid en Landbouwschap) de te bestuderen onderwer pen. De directeur van het L.E.I. staat in voor de objectieve bestudering van het onderwerp. De beleidsvoerende instanties kunnen dus geen in vloed uitoefenen op de eventuele resultaten van het onderzoek. Lange tijd is dit kostprijsonderzoek één van de belangrijkste activiteiten van het L.E.I. ge weest. Door het na de oorlog naar voren ge komen structuurbeleid ontstond er meer en meer behoefte aan een nader inzicht op het ge bied van de agrarische structuur. Ook op dit onderzoekterrein ging het L.E.I. zich toeleggen. Daarnaast nam het L.E.I. het bedrijfseconomisch onderzoek in land-, tuinbouw en visserij ter hand. Tevens zijn daarbij de laatste jaren de betaalde onderzoekopdrachten uit diverse sec toren van het bedrijfsleven bijgekomen, onder andere van de centrale banken Eindhoven en Utrecht gezamenlijk. Deze betaalde onderzoe ken nemen echter nog slechts een klein ge deelte van de onderzoekcapaciteit in beslag. Door al deze nieuwe onderzoekactiviteiten is het accent verschoven van kostprijsonderzoek naar rentabiliteitsonderzoek. Het kostprijson derzoek blijft echter een belangrijke taak van het L.E.I. Een stroom van studies en verslagen getuigen van de activiteiten van het L.E.I. Voor diegenen, die niet direct in een bepaald onderzoekgebied bijzonder geïnteresseerd zijn, geven de pers overzichten van de studies en verslagen veelal voldoende informatie. Voor de meer geïnteres seerden in een bepaald onderwerp vormen de L.E.I.-studies en -verslagen een belangrijke bron van documentatie en informatie. Ook de land bouwkredietinstellingen maken hiervan dank baar gebruik. Dank zij de activiteiten van het L.E.I. be schikken overheid en bedrijfsleven over een prachtig stuk documentatie en informatie om trent de meest uiteenlopende sectoren van land- en tuinbouw. Dit is zeer zeker een reden om het bestuur, de directie en de medewerkers van het L.E.I. te feliciteren met het jubileum en de in die vijfentwintig jaar bereikte resultaten. Nieuw hoofdkantoor voor „Langstraat-West" Op 21 oktober jl. opende de Coöp. Raif- feisenbank Langstraat-West" haar nieuwe hoofdkantoor te Raamsdonksveer. Mej. Dubbelman, beheerster van het bijkan toor Zwaluwe, overhandigde de sleutel van het nieuwe kantoor aan de loco-burgemeester van de gemeente Raamsdonk, de heer Langerwerf, die de officiële opening verrichtte. Bij deze opening was de Centrale Bank ver tegenwoordigd door de heren H. te Kolsté, on derdirecteur, en J. J. In der Maur, rayoninspec teur. 347

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 37