gedoofd.
Tot zover enkele punten uit de voordracht,
die ter gelegenheid van de opening van het
rayonkantoor te Leeuwarden door de heer
Keijser werd gehouden.
Met zijn opvattingen over het agrarische be
drijf staat de heer Keijser niet alleen. Uit het
elders in dit blad opgenomen artikel over het
C.E.A.-congres blijkt, dat een dag nadat de
heer Keijser te Leeuwarden had gesproken,
professor C. Boon, voorzitter van de Belgische
Boerenbond, zich op soortgelijke wijze in Am
sterdam heeft uitgesproken. Een toevalligheid
die aanduidt, dat het positieve geluid over de
toekomst van de boeren- en tuindersstand niet
is verstomd.
Voortzetting studie landbouwkrediet
Met de gegeven visies op de ontwikkeling
van het agrarische bedrijf zijn, zoals te begrij
pen is, niet alle vragen opgelost. De vragen
op het terrein van de financiering zullen onze
onverminderde aandacht behouden. De studies,
die reeds eerder zijn begonnen en die van veel
nut zijn gebleken wij denken bijvoorbeeld
aan de studie van de Commissie Landbouw
krediet vragen om periodieke aanpassing.
Eén van de kernpunten van een verdere be
studering van de financiering zal kunnen liggen
in de vraag hoe de voortzetting van de ver
mogensverschaffing in kleine kring (uitdrukking
uit de voordracht van de heer Keijser) kan wor
den gerealiseerd.
Drs. R. Manschot, in gesprek met prof. S. Posthuma, oud-directeur van de Nederlandsche Bank, tijdens het spaar-
colloquium 1965. Een verslag van dit colloquium werd in het oktobernummer opgenomen.
340