Algemene Premiespaarwet De Algemene Premiespaarwet is inmiddels ook door de Eerste Kamer der Staten-Generaal aangenomen en begin november in het Staats blad verschenen. Het ligt in de bedoeling deze wet begin 1966 gedacht wordt aan 1 maart te doen ingaan. Op grond van deze wet zullen ingezetenen in de leeftijd van 21 t/m 59 jaar (tenzij zij deel nemen aan de Jeugdspaarwet) over besparingen met een maximum van 250,per persoon en per jaar een overheidspremie kunnen verkrij gen van 20 mits het belastbaar inkomen in het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin de besparing werd verricht, niet meer dan 15.000,bedroeg. De verrichte besparingen dienen ter verkrijging van de premie gedurende vier volle kalenderjaren te worden aangehouden. In de Algemene Premiespaarwet zijn als spaarvormen aangewezen: besparingen in con tanten bij bankinstellingen, aankoop van effec ten, aflossingen op hypothecaire leningen en aflossingen op z.g. garantiekredieten (niet zijn de rekening-courantkredieten), dus b.v. op voorschotten onder garantie van het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw e.d., alsmede be taling van verzekeringspremies. De aflossingen op hypothecaire leningen enz. cn de betaling van verzekeringspremies kun nen, indien de deelnemer daarover geen premie kan verkrijgen, geacht worden te zijn gedaan door diens echtgenote, mits laatstbedoelde wel voor deelneming aan de Algemene Premie spaarwet in aanmerking komt. Dit geval zal zich kunnen voordoen, indien een deelnemer die b.v. op een hypotheek aflost, reeds ouder dan 59 jaar is. Indien zijn echtgenote de maximumleef tijdsgrens nog niet heeft bereikt en het belast baar inkomen van het echtpaar bedraagt minder dan 15.000,dan kan de hypotheekaflossing worden aangemerkt als te zijn gedaan door de echtgenote van de deelnemer, waardoor alsnog over een bedrag van maximaal 250,premie kan worden verkregen. Hetzelfde kan zich voor doen wanneer beide echtgenoten voor deelne ming in aanmerking komen en de hypotheek aflossing bedraagt b.v. 1.000,per jaar. In dat geval kunnen man en vrouw ieder de hypo theekaflossing voor 250,als besparing in het kader van de Algemene Premiespaarwet doen aanmerken, waardoor derhalve het echt paar over 500,de premie van 20 ont vangt. In het jaar, waarin het laatste hypotheekaflos sing plaatsvindt of de laatste verzekeringspre mie is betaald, kan de nog niet verschenen spaarpremie over de laatste jaren ineens wor den uitgekeerd, mits de aflossingen en premie betalingen over de afgelopen vier jaren als be sparing in het kader van de Algemene Premie spaarwet werden verricht. Betaalt een deel nemer dus in de jaren 1966 t/m 1970 b.v. een verzekeringspremie als besparing in het kader van de Algemene Premiespaarwet, dan mag bij expiratie van de verzekering in 1970 de spaarpremie over de jaren 1966 t/m 1970 in 1970 ineens worden uitgekeerd. Bij overlijden van de deelnemer ontstaat di rect recht op de premie over de vóór het over lijden verrichte besparingen. Dit vervroegd recht op premie kan worden gerealiseerd ge durende het jaar van overlijden alsmede het daaropvolgende kalenderjaar. Daarna is het recht op premie vervallen. In alle andere ge vallen blijft het recht op premie geldig gedu rende het gehele jaar waarin de aanspraak is ontstaan en komt daarna te vervallen. Over be sparingen welke in 1966 zijn verricht, bestaat in 1971 aanspraak op premie. Vraagt een deel nemer in dat jaar de premie niet aan, dan is het recht daarop vervallen. Zowel met betrekking tot de rond de Alge mene Premiespaarwet te voeren publiciteit als ten aanzien van de administratieve gang van zaken is het overleg tussen de overheid en de betrokken instellingen momenteel in volle gang. Bepaalde punten waaronder enkele zeer be langrijke moeten nog worden geregeld. Bin nenkort hopen wij nader op een en ander terug te komen. Balk f 11 miljoen De Raiffeisenbank te Balk bereikte enige tijd geleden 11 miljoen aan spaargelden. Deze gebeurtenis was aanleiding tot het beleggen van een bijeenkomst waarop verschillende plaatselijke instellingen een gift ontvingen. 335

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 25