5% 30-jarige obligatielening van de provin
cie Zuid-Holland a 98% groot f 10,5 miljoen
waarvan reeds 2,5 miljoen tevoren op inschrij-
vingsvoorwaarden was geplaatst. Het rendement
van deze lening kwam op basis van de emissie-
voorwaarden uit op 5,859% tegenover 5,79%
voor de jongste staatslening. Dat rendements-
verschil was dus bescheiden, gezien ook het
feit dat voor een staatslening altijd met een
iets geringer rendement kan worden volstaan
dan voor een lening van de lagere overheid.
Maar aan de andere kant was het aangeboden
bedrag ook zeer gering, terwijl de stemming op
de staatsfondsenmarkt vaster werd zodat de
volledige plaatsing daarvan tevoren als verze
kerd kon worden beschouwd.
Hogere rente in het buitenland
In het buitenland liggen de rendementen op
langlopende leningen thans, zoals gezegd,
merendeels hoger. Zo is in België kortelings
een 6'/2 lening van de Europese Investerings
bank a 99% geëmitteerd (looptijd twaalf jaar),
terwijl Du Pont Europa Holdings S.A. te Luxem
burg op 3 november een 6% 15-jarige lening
a pari emitteerde. In Frankrijk kon worden inge
schreven op een 5% lening van de staal
industrie (Groupement de l'lndustrie Sidérur-
gique) ad Fr. 277 miljoen in coupures van Fr. 300
met een emissiekoers van Fr. 299,75 en een
looptijd van 18 jaar. Deze stukken zijn aflosbaar
tegen Fr. 330.
Te Amsterdam is tevens inmiddels nog een
6% 20-jarige obligatielening, groot 20 mil
joen der Compagnie Frangaise des Pétroles
(Total) geïntroduceerd.
De Westduitse regering heeft een 7 lening
van DM 200 miljoen tegen 98% met een
looptijd van tien jaar, die niet vervroegd aflos
baar is, uitgegeven, terwijl de stad Hamburg
op 2 november de inschrijving openstelde op
een 7% lening, groot DM 100 miljoen met 15-
jarige looptijd, die eerst in de laatste vijf jaar
in gelijke jaarlijkse termijnen a pari aflosbaar
is, evenwel met het voorbehoud van vervroegde
aflossing van 2 mei 1976 af a pari. Het effec
tieve rendement van deze lening komt uit op
7,34 Al die feiten in aanmerking genomen,
wordt de kans, dat spoedig hier te lande een
noemenswaardige rentedaling zal intreden,
thans wel uiterst gering geacht.
Schatkistpositie
Het tegoed van het Rijk bij de Nederlandsche
Bank is in de afgelopen maand niet veel ver
anderd. Blijkens de weekstaat afgesloten op 1
november was het tegoed 782 miljoen tegen
f 764 miljoen op 4 oktober jl. In het algemeen
geeft de weekstaat van de Nederlandsche Bank
ditmaal weinig opmerkelijke veranderingen te
zien. In het midden van de maand moet het Rijk
tegenwoordig steeds ongeveer 200 miljoen
naar de gemeenten en de provincies overheve
len op grond van de wet Financiële Verhouding
tussen het Rijk en de gemeenten.
De belastingbetalingen aan het Rijk die in
deze tijd van het jaar door het bedrijfsleven
moeten worden verricht uit hoofde van de ven
nootschapsbelasting, weerspiegelen zich niet
merkbaar in het tegoed van het Rijk bij de Ne
derlandsche Bank. Dit komt doordat de beta
lingen van de bemiddelende financiële instel
lingen tegenwoordig in de vorm van schatkist
papier geschieden die in deze tijd van het jaar
vervallen. Men ziet dan ook dat het in omloop
zijnde bedrag aan schatkistpromessen (looptijd
minder dan een jaar) is teruggelopen van 1370
miljoen op 27 september tot f 948 miljoen op
25 oktober en 'f 958 miljoen op 1 november.
Daartegenover nam echter de circulatie aan
schatkistbiljetten licht toe, nl. van f 2926 mil
joen per 27 september tot 2940 miljoen op
25 oktober en f 2939 miljoen op 1 november.
De totale omloop aan schatkistpapier pro
messen en biljetten tezamen is gedaald van
4296 miljoen op 27 september tot 3888 mil
joen op 25 oktober en 3897 miljoen op 1 no
vember jl.
Hoewel ten gevolge van bedoelde betalingen
in schatkistpapier de geldmarkt geen repercus
sies daarvan ondervond, steeg de notering
voor .daggeld" tegen het einde van de maand
door de gebruikelijke ultimospanningen tot 4
Daarop volgde al spoedig na de ultimo weer de
gebruikelijke ontspanning. Het is overigens
niet meer dan logisch, dat onder de tegenwoor
dige omstandigheden ook de verhoudingen op
de geldmarkt krap blijven.
326