groting vrij te maken, heeft het bestuur van het
fonds inmiddels nog een tweede saneringsrege
ling aan de minister voorgesteld. Die regeling
voorziet in een bijdrage ineens van tienmaal de
pachtwaarde van de grond, die dan ter beschik
king van de Stichting Beheer Landbouwgronden
moet worden gesteld. Verwacht wordt, dat zich
voor deze tweede regeling weer een geheel
nieuwe groep van gegadigden zal melden, waar
door de sanering inderdaad versneld zou kunnen
worden.
De bewindsman meldt voorts, dat inmiddels
ook een aantal ontwikkelingsprojecten van de
grond gekomen zijn. Als zodanig worden ge
noemd de financiële hulp voor de verbetering
van bedrijfsgebouwen zomede voor de bouw van
montagestallen. Wij lezen voorts, dat nog ver
schillende andere bijdragenregelingen in een
vergevorderd stadium van voorbereiding ver
keren.
Ruilverkavelingen
Wanneer het gaat om verbetering van de
structuur van onze landbouw beschouwt minister
Biesheuvel een krachtig voorzetten van de ruil
verkavelingen als één van de belangrijkste in
strumenten. De ruilverkavelingen vormen met
de werken tot verbetering van de ontsluiting en
van de waterbeheersing de ruggegraat van het
overheidsbeleid in de cultuurtechnische sfeer.
Het stemmingsprogramma ligt daarbij op een
jaarlijks gemiddelde van 50.00055.000 ha.
Nadat gedurende vele jaren het accent op ruil-
verkavelingsgebied gelegen heeft op zuid en
oost Nederland, worden thans steeds meer plan
nen voorbereid en uitgevoerd in west en noord
Nederland. Daarbij bevinden zich dan veelal
gebieden, die de naam hadden van goede land
bouwgebieden, maar die tegenwoordig achter
blijven door een veroudering van hun structuur:
het Groninger Hogeland, het Friese kleiweide-
gebied, het Utrechtse veenweidegebied en de
Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. Daarnaast
is nu b.v. ook een ruilverkaveling in voorberei
ding in de Alblasserwaard, die dan met 22.500 ha
de grootste van ons land zal worden.
De minister laat het voor wat de aanpassing
van de agrarische structuur aan de gewijzigde
en zich nog immer wijzigende omstandigheden
betreft, niet bij schone woorden: voor de uitvoe
ring van cultuurtechnische werken heeft hij in
zijn begroting 20 miljoen meer uitgetrokken.
Het hiervoor jaarlijks beschikbare bedrag is
daardoor van 99 miljoen in 1961 via 107 mil
joen, 115 miljoen, 140 miljoen en 165 mil
joen gestegen tot 185 miljoen voor 1966.
Agrarische handel en industrie
Van welke betekenis de export is voor agra
risch Nederland, blijkt uit het feit, dat vele
landbouwprodukten voor de helft of meer in het
buitenland worden afgezet en dat van de totale
agrarische produktie, in bewerkte en onbewerkte
vorm, meer dan 40 wordt uitgevoerd.
Aldus de Memorie van Toelichting bij de
Landbouwbegroting 1966, die in dit verband
bijzondere aandacht besteedt aan de agrarische
handel en industrie. Gezien de betekenis van de
export van veredelingsprodukten zal krachtig
worden gestreefd naar het behoud van de con
currentiepositie van onze nationale industrieën,
zowel binnen de E.E.G. als op de markten van
overige landen. Het verheugt de minister, dat
het bedrijfsleven reeds de aanpassingen tot
stand brengt, die de Europese markt eist: de
snel voortschrijdende concentratie van indu
striële bedrijven in de agrarische sector, het
steeds toenemend aantal gevallen van technische
en commerciële samenwerking tussen bedrijven,
van gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek en
het hoge tempo van de eigen industriële ex
pansie, alles met het doel beter het hoofd te
kunnen bieden aan de concurrentie. De minister
deelt mede dat bij de export naar ontwikkelings
landen in versterkte mate hulp door de overheid
zal worden geboden voor bijzondere dienstver
lening in de vorm van assistentie in deze landen,
die soms ver uitgaat boven de normale service
die exporteurs verlenen.
Gezien het grote belang van de export voor
de afzet van onze agrarische produkten, heeft
de overheid op het gebied van de exportbevor
dering voor agrarische produkten niet alleen een
coördinerende taak te vervullen, doch zij dient,
aldus minister Biesheuvel, ook actief op te
treden.
282