Kroniek van land- en tuinbouw
krachtige voortzetting van een moderne structuurbeleid;
verdere verhoging van de productiviteit;
meer gelden voor onderwijs, onderzoek en voorlichting;
bevordering van de export.
Telkenjare schenkt de georganiseerde land
bouw in de maand oktober bijzondere aandacht
aan het in de naaste toekomst voor de land- en
tuinbouw te voeren beleid. Uitgangspunt voor
de discussie vormt de Memorie van Toelichting
op de Landbouwbegroting, waarin de minister
zijn beleidslijnen uitstippelt. Dit zo belangrijke
werkstuk belooft dit jaar weinig schokkends. De
regering kent opnieuw een hoge prioriteit toe
aan een structuurbeleid, dat gericht is op een
aanpassing aan de veranderingen, die zich natio
naal en internationaal voordoen op het gebied
van de voortbrenging en afzet van landbouw-
produkten.
„Versterking van de positie van de Neder
landse landbouw en verbetering van de levens
omstandigheden van de agrarische bevolkings
groepen zullen ook in de komende jaren de
doelstellingen van het landbouwbeleid vormen".
Klinkt deze eerste zin van de Memorie van Toe
lichting reeds vertrouwenwekkend, ook verder
doet de met de zaken van de landbouw belaste
bewindsman in goed leesbare taal verschillende
uitspraken die velen in de landbouw wel aan
spreken. Uitspraken gewijd aan de cultuurtech-
MIDDENSTANDS KREDIET
Met belangstelling hebben wij kennis genomen
van de mededeling in de begrotingsstukken van
het ministerie van Economische Zaken over het
instellen van een werkgroep van de Vereniging
van Borgstellingsfondsen voor de Middenstand
in Nederland. In de loop van het jaar zal deze
werkgroep een rapport uitbrengen over de
structuur van deze regionale borgstellingsfond-
sen. Misschien mag de studie van deze werk
groep gezien worden als een eerste schrede op
de weg naar een meer rationele opzet van het
overheidsgarantiewezen voor de middenstands
financiering. Dit in het belang van de midden-
standsbedrijven zelf.
niek en daarnaast aan het Ontwikkelings- en
Saneringsfonds voor de Landbouw, de agrari
sche handel en industrie, de exportbevordering,
en niet te vergeten aan landbouwonderzoek,
landbouwonderwijs en landbouwvoorlichting.
Trouwens, de bewindsman laat het bepaald
niet bij woorden alleen, maar toont ook met de
daad op welke wijze hij dit doel tracht te be
reiken, nl. door meer geld beschikbaar te stel
len. Een verhoging vooreerst van het voor cul
tuurtechnische activiteiten uitgetrokken bedrag
met 20 miljoen, van f 165 miljoen in 1965 tot
185 miljoen (1961: 99 miljoen). Een verhoging
ook van de voor onderzoek, onderwijs en voor
lichting gereserveerde bedragen met respec
tievelijk 12 miljoen (thans bijna 70 miljoen)
met 7 miljoen 97 miljoen) en met 6 miljoen
47 miljoen). Een verhoging niet te vergeten
van de bij het Borgstellingsfonds ter beschik
king staande gelden met 10 miljoen, waardoor,
inclusief het eigen vermogen 37,5 miljoen), de
financiële draagkracht van dit fonds tot totaal
57,5 miljoen is gestegen.
Doelmatiger produktie
Hoewel de arbeidsproduktiviteit sterk is ge
stegen, kan toch uit de schat van gegevens,
welke de Memorie van Toelichting bevat, wor
den geconcludeerd.dat de produtiekosten steeds
hoger worden. De verhoging van de produktivi-
teit, die de laatste jaren heeft plaatsgehad, ging
gepaard met een afvloeiing van arbeidskrachten,
zowel van boerenzoons als van werknemers.
Daar dit proces zich bij de bestaande agrari
sche structuur echter niet kan voortzetten, wordt
grote betekenis toegekend aan de bedrijfsver-
groting.
Gezien de relatief beperkte mogelijkheden,
die het nieuwe land in de IJsselmeerpol-
ders biedt, zal deze bedrijfsvergroting voor
een belangrijk deel mogelijk moeten worden ge
maakt door degenen die hun bedrijf beëindi
gen, hetzij op grond van hun leeftijd, hetzij
280