Raiffeisenweek 1965 Van 21 tot 30 oktober houden wij weer de Raiffeisenweek. De voorzitter van het Bestuur wijdt hieraan altijd korte beschouwingen in de Raiffeisen-Bode, en ook nu wil ik op de gegevens van onze organisatie zowel als financieringsinstelling als als spaarinstituut weer kort ingaan. Vorig jaar heb ik moeten constateren, dat er op economisch en financieel gebied een ontwikke ling aan de gang was, welke onze organisatie voor aanzienlijke moeilijkheden plaatste. Wij zijn nog niet uit deze ontwikkeling, maar wel mag ik constateren, dat wij weer naar een evenwicht groeien. Dit geldt zowel voor onze nationale economie als voor de ontwikkeling binnen onze organisatie. Het is daarom verheugend, nu de grootste moeilijkheden achter de rug zijn, te mogen constateren, dat het gevoerde beleid dat zeker moeilijkheden voor de plaatselijke banken heeft gebracht het mogelijk heeft gemaakt, dat wij de financieringen, in wat wij plegen te noemen de „eigen kring", op normale wijze hebben kunnen voortzetten. Dit is verheugend, en hen, die de moeilijkheden in het dagelijkse werk van onze plaatselijke banken hebben ondervonden, wil ik danken voor alle mede werking om onze taak als financieringsinstelling normaal te kunnen blijven vervullen. Wanneer ik vaststel, dat wij weer naar een evenwicht groeien, dan moet ik er wel op wijzen ook om misverstanden te voorkomen dat dit niet kan betekenen, dat binnen onze organisatie een ieder zijn gang weer kan gaan. Maar wanneer ik opmerk, dat wij de financiering van de „eigen kring" ook onder de grootste moeilijkheden normaal hebben kunnen verzorgen, dan constateer ik nu met vreugde, dat wij in die verzorging nu wat ruimer kunnen denken. Zeer belangrijk is uiteraard dat de groei van de ons toevertrouwde gelden in versterkte mate zal doorgaan. In het bijzonder de spaarcijfers van de laatste maanden, welke alle lezers uit de publikaties kennen, zijn in dit opzicht moedgevend. Deze gunstige ontwikkeling betekent, dat de Raiffeisen- organisatie haar taak als financieringsinstituut voorlopig zal kunnen vervullen en dat zij als spaar- instelling de zo noodzakelijke spaarzin van onze bevolking bevordert. Vooral aan het laatste denken wij ook in de Raiffeisenweek en de Centrale Bank heeft dit door voorlichting en hulp aan de lokale banken zeer aangemoedigd. Ik wil hierbij nog eens naar voren brengen, dat vooral een opvoering van het dienstbetoon, dat in de Raiffeisenweek extra tot uiting kan komen, voor de ontwikkeling van onze organisatie uiterst belangrijk is. De vorig jaar ingestelde „Structuurcommissie" is druk aan het werk en zal binnen afzienbare tijd rapport over deze werkzaamheden uitbrengen. Hierin zal zeker een aan tal gedachten zitten, welke ook de besturen en de directies van de lokale banken in hun werk kunnen stimuleren. Ik geloof dat dit nodig is, omdat wij in een moderne ontwikkeling zowel als financierings instelling als als spaarinstituut steeds weer moeten trachten vóór te blijven op anderen, niet alleen bij de Centrale Bank maar ook bij alle plaatselijke banken. Laten wij in deze Raiffeisenweek ons dat in het bijzonder bewust zijn en gezamenlijk trachten gedurende deze week door opvoering van dienstbetoon te tonen, dat wij onze taak verstaan en aankunnen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 4