beperkte internationale inflatie, mits op gelijke voet voor alle landen, kan geen bedreiging vor men voor de ontwikkeling van besparingen en investeringen. Duurzame consumptiegoederen maken een steeds groter wordend deel uit van ons consumptiegoederenpakket en vormen een belangrijk doel waarvoor gespaard wordt. Deze besparingen worden niet ontmoedigd door een dreigende geldwaardedaling, omdat zich in deze sector de minste prijsstijgingen voordoen. Verder hebben de ervaringen geleerd, dat noch het optreden van de overheid als spaarder, noch de groei van de gedwongen besparingen de particuliere besparingen nadelig hebben be- invloed. Ondanks alle sombere voorspellingen valt er sinds 19051910 minstens een verdub beling van de particuliere spaarquote te consta teren. Grootte en vorm van besparingen Sprekers gedurende de tweede zittingsdag waren achtereenvolgens: de heer E. Lisle, secretaris-generaal van het Franse centrum voor economisch spaaronderzoek, en dr. E Reinhardt, president-directeur van Crédit Suise. Na zich verdiept te hebben in de verschillende wijzen, waarop spaargegevens worden verza meld, trachtte de heer Lisle een antwoord te geven op de vraag in welke mate de huishoudin gen sparen. Aan de hand van tabellen toonde hij aan, dat zelfstandigen een relatief groot aandeel hebben in de totale brutobesparingen van parti culieren. In 1956 bracht deze groep, die in Frankrijk 24 van de bevolking uitmaakte, 73,5 van deze besparingen op. Ook in andere landen bleek, dat deze groep, waaronder met name de landbouwers, een zeer groot deel van hun marginale inkomen spaarde. Dit aandeel varieerde van 30 tot 70 procent, terwijl de groep der gesalariëerden over het algemeen minder dan 20 van het marginale inkomen spaarde. Bij een onder zoek naar de wijze van besparing stelde spreker vast, dat in de periode 19591964 in Frankrijk van de netto besparingen der huishoudingen ge middeld 60 aangewend wordt voor liquide beleggingen en 25 voor woning en onder neming. Democratisering van sparen Da heer Lisle wees er op, dat er sprake is van een bewust en rationeel sparen. De huis houdingen leggen een duidelijk verband tussen inkomsten en het opbouwen van een vermogen. Men beschermt zich tegen de gevolgen van in flatie door onroerend goed te kopen. Men anti cipeert op de welvaartverhoging van morgen door toenemende vergroting van de schuld. Het nemen van krediet zou opvoedend werken, men leert budgetteren, terwijl het aankopen van een woning dwingt te leren denken als een kapi talist". Bij het aanmoedigen van sparen zal rekening moeten worden gehouden met de belangrijke plaats, die de woning inneemt in het huishouden en de belangrijke rol, die het krediet speelt bij de verwerving van het woonhuis en tal van duur zame verbruiksgoederen. Nu de voorkeur voor liquiditeiten en quasi- liquiditeiten groeit en het gebruik van rekening courant verkeer in betekenis toeneemt, zou het aanbeveling verdienen de houders van lopende rekeningen aan te moedigen een spaarrekening te openen en deze uit de rekening-courant aan te vullen. Spreker acht het noodzakelijk, dat voldaan moet worden aan de wens tot eigen woningbezit, welke mede voorkomt uit een streven naar be scherming tegen waardedaling van het geld. Echter dienen de uitgegeven emissies geïn dexeerd te worden of een voldoende rendement op te leveren om de belangen van de geldgevers te beschermen, aldus deze spreker. De laatste inleider, dr. Reinhardt hield een warm pleidooi voor de opheffing van de veelheid van regels, die het goed functioneren van de verschillende kapitaalmarkten onmogelijk maken. Alleen dan kunnen de ter beschikking komende middelen optimaal worden aangewend. Aan het slot van deze geslaagde tweedaagse studiebijeenkomst gaf dr. Van Houtte, oud minister van Financiën van België, een duidelijk resumé van het besprokene, waarbij als hoofd element naar voren kwam, dat er vele vragen op het terrein van sparen en de doorstroming daarvan via de kapitaalmarkten om een oplos sing vragen. 301

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 27