dringende behoefte aan een nieuw beroep op de
kapitaalmarkt bestaat derhalve voorshands niet,
zodat rustig de ontwikkeling op de kapitaalmarkt
kan worden gadegeslagen, alvorens tot een
nieuwe emissie over te gaan. In tegenstelling tot
augustus, in welke maand de omvang van het
uitstaande schatkistpapier met netto rond 300
miljoen steeg, is er in september nog nauwelijks
nieuw materiaal bij geplaatst. Noch het bedrag
aan uitstaande promessen noch dat van de lan
ger lopende schatkistbiljetten is noemenswaard
veranderd zoals blijkt uit het feit, dat op 4 okto
ber het bedrag van de in omloop zijnde kort
lopende schuld in totaal 4235 miljoen beliep
tegen 4308 miljoen einde augustus. Per saldo
is er dus nog voor rond 70 miljoen uit de om
loop verdwenen, hetgeen wel veroorzaakt zal
zijn door belastingbetalingen in de vorm van
schatkistpapier.
Banken zeer krap
Het bankwezen moet en dit is de keerzijde
van de fiscale medaille tol betalen voor de
belastingbetalingen aan het Rijk. Het gezamen
lijk banktegoed was op 4 oktober tot de zeer
lage stand van 45 miljoen gedaald tegen 430
miljoen op 20 september en 99 miljoen einde
augustus. Met die daling is gepaard gegaan een
sterke stijging van de voorschotten, die in
rekening-courant bij de Nederlandsche Bank
werden opgenomen en toenamen tot 157 mil
joen tegen 30 miljoen een maand tevoren.
Hierin weerspiegelt zich dus duidelijk de grote
spanning die op de geldmarkt in september be
stond. Die middelenschaarste heeft de notering
voor „daggeld" in de tweede helft van de maand
van 2 tot 3 doen stijgen. Aan het verloop
van de deviezenpositie kan de geldschaarste niet
worden geweten, daar deze in september nog
met rond 40 miljoen tot 7390 miljoen is toe
genomen. Wel heeft er in de tweede helft van
de maand zoals gebruikelijk een toenemende be
hoefte aan papiergeld bestaan, maar de bank-
biljettencirculatie (die zich per 30 september aan
de waarneming ontrekt) bedroeg blijkens de
weekstaat van de Nederlandsche Bank per
4 oktober 7386 miljoen tegen 7488 miljoen op
30 augustus.
Kredietkraan wijder open
De spanningen zullen wel vooral voortspruiten
uit de binnenlandse kredietverlening. Daarop
wijst ook wel het feit, dat het tegoed van de
banken dat tegenwoordig voorbijgaand in het
midden van de maand met rond 200 miljoen
stijgt door de belastingovermakingen van het
Rijk aan de lagere overheid, aan het einde van
de maand zo sterk was ingekrompen, ondanks
de verruiming van de toelaatbare kredietexpan
sie tot 6 van de gemiddelde stand van de
kredietverlening in het eerste halfjaar van 1963.
In dit verband brengen wij in herinnering, dat
voor de laatste vier maanden van 1964 een
kredietuitbreiding met 5 ten opzichte van de
basisperiode was toegestaan.
De aanleiding tot de verruiming is bemoedi
gend, daar zij is gebaseerd op de verwachting,
dat de nationale produktie naar volume gemeten
in de loop van 1965 iets meer zal stijgen dan
aanvankelijk was voorzien. Door deze krediet
verruiming wordt voor het bankwezen als ge
heel een additionele ruimte gecreëerd van om
of nabij 50 miljoen per maand, wat gering
lijkt, doch zeker meetelt, daar de totale krediet
expansie daardoor rond 300 miljoen zal mogen
bedragen.
Terwijl de bankinstellingen welke hun krediet
plafond overschreden bij de Nederlandsche
Bank in de periode van 15 september tot en met
14 oktober renteloze deposito's van in totaal
ƒ111 miljoen hebben moeten aanhouden, is dat
z.g. „strafdeposito", ten dele ongetwijfeld dank
zij de vermelde verruiming voor de daarop vol
gende maandperiode, die dus loopt tot medio
november a.s., verder verlaagd tot f 70 miljoen.
Dat het bankwezen zo krap in de middelen zit
hangt uiteraard niet alleen samen met de rela
tief grote kredietvraag, waaraan zoveel mogelijk
wordt voldaan, maar evenzeer met het voor de
hand liggende streven, om de kasliquiditeit juist
met het oog op de hoge rente die bij uitzetting
kan worden verkregen, zo laag mogelijk te
houden.
294