strekte kredieten een andere dan de traditionele aanpak vraagt en daarom meer werk mede brengt. Immers, anders dan bij de kredieten tegen hypothecaire of persoonlijke zekerheid, worden de bovengenoemde inventariskredieten verstrekt op basis van een onvolwaardige zekerheid, het geen de noodzaak medebrengt, dat de bank op de hoogte is en blijft met de gang van zaken in het bedrijf van de kredietnemers. Teneinde de behoefte aan bedrijfskrediet te kunnen beoordelen, zijn wij er spoedig na de in voering van de zogenaamde inventariskrediet- regeling toe overgegaan zogenaamde liquiditeits overzichten op te stellen. Daarnaast werd en wordt nog steeds in veel gevallen inzage ge vraagd van de fiscale boekhoudrapporten over één of meer jaren. Sinds in 1956 bij het Coöp. Landbouwboek- houdbureau te Emmeloord een bedrijfsecono mische afdeling is gecreëerd met aan het hoofd een economisch doctorandus en doordat ook de Landbouwvoorlichtingsdienst zich met bedrijfs economische problemen is gaan bezighouden, wordt vaak aan één van deze beide instanties advies omtrent aangevraagde kredieten zo wel voor bedrijfskapitaal als voor investeringen gevraagd. Aan de hand van opgestelde liqui diteit- en rentabiliteitprognoses wordt nagegaan of het gevraagde krediet nodig c.q. toereikend is en of eventuele investeringen uit bedrijfsecono misch oogpunt verantwoord zijn. Zo nodig wordt tevens een afzonderlijk technisch advies van de Landbouwvoorlichtingsdienst gevraagd. De samenwerking met het landbouwboekhoud- bureau (en particuliere boekhoudkantoren) en de Landbouwvoorlichtingsdienst is van grote be tekenis. Hierdoor kan niet alleen een zo goed en objectief mogelijke beoordeling van gevraagde kredieten plaatsvinden, doch tevens kunnen financieringsadviezen worden gegeven. Dit is in de afgelopen jaren in heel veel gevallen ge schied en dit heeft meestal tot een betere finan- cieringsopzet van de desbetreffende bedrijven geleid. Behalve aan het kredietonderzoek wordt bij onze bank ook aan de kredietcontrole de nodige aandacht besteed. Deze bestaat voornamelijk uit de jaarlijkse controle van de fiscale boekhoud rapporten ten behoeve van grotere en „moei lijke" kredieten, alsmede uit controle op de gestelde zekerheden en de afgesloten verzeke ringen. Aan de bedrijven van kredietnemers, die geen bevredigende bedrijfsresultaten behalen, wordt speciale aandacht geschonken. Daartoe zijn bijzondere kredietvoorwaarden ontworpen, die er op neerkomen dat zowel de technische bedrijfsvoering als de financiering van het bedrijf en zo nodig de hoogte van de gezinsuitgaven onder controle van de bank worden gebracht. Voor zover toezicht op de bedrijfsvoering noodzakelijk wordt geacht hetgeen slechts in een zeer beperkt aantal gevallen zo is wordt dit toezicht als regel door de voorzitter van het bestuur uitgeoefend. In de meeste gevallen leidt dit toezicht tot een beter bedrijfsresultaat. Niet onvermeld mag blijven, dat sedert de aanstelling van economisch-sociale medewer kers door de standsorganisaties ook deze functionarissen bij de behandeling van „moei lijke gevallen" worden ingeschakeld, zij het alleen indien de betrokken kredietnemers hier mede akkoord gaan. Van de diensten van de kredietadviseur van de Centrale Bank hebben wij mede gezien de eerder genoemde samenwerking met boekhoud- bureaus en voorlichtingsdienst in ons werkge bied tot dusver nog weinig gebruik behoeven te maken. Wij hebben in dit artikel opzettelijk geen cijfers betreffende de omvang van de agrarische kredietverlening bij onze bank genoemd. Dat deze van niet geringe betekenis is geweest en nog steeds is, laat zich gezien de grootte van het werkgebied (de gehele Noordoostpolder en Urk) en het aantal aanwezige bedrijven be grijpen. De steeds in betekenis toenemende niet- agrarische kredietverlening hebben wij in dit ar tikel geheel buiten beschouwing gelaten. Samenvattend menen wij te mogen stellen, dat in dit nieuwe land vanaf het begin van de kolo nisatie van de traditionele wegen der agrarische kredietverlening is afgeweken, zodat dus eigen- 290

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 16