voor zover daaraan niet door factoren van te
gengestelde aard afbreuk zou worden gedaan,
waarbij wij inzonderheid denken aan de rente
stand in het buitenland en aan de positie van
het pond Sterling.
De rentestand in Duitsland beweegt zich
thans op een niveau van ca. 71/2 terwijl er
zelfs een emissieverbod moest worden afge
kondigd, om een nog meer geaccentueerde
rentestijging te voorkomen. De rente in Enge
land beweegt zich eveneens op een dergelijke
niveau. West-Duitsland heeft evenwel, zoals
bekend, die rentestijging zelf in de hand ge
werkt door de invoering van een heffing van
25 op de interest van obligaties, die zich in
handen van buitenlandse beleggers bevinden,
voor zover deze tenminste niet wonen in landen
die met West-Duitsland een verdrag tot voor
koming van dubbele belasting hebben gesloten,
zoals ook Nederland heeft gedaan.
Het behoeft voorts geen betoog, dat de ener
gieke wijze waarop de tegenwoordige regering
de inflationistische prijsstijgingen bestrijdt, ook
aan het buitenland niet onopgemerkt voorbij
gaat en een verdere bijdrage tot het vertrouwen
in de gulden levert.
Dat doet niets af aan de bezwaren die op
goede gronden vaak tegen het prijsbeleid van
de overheid worden aangevoerd en die veeal
voortspruiten uit het feit, dat de produktiviteits-
stijging onvoldoende is om de toeneming van
de produktiekosten, veroorzaakt door de achter
eenvolgende loonsverhogingen, te compenseren.
Algemeen hogere obligatiekoersen
Vergelijkt men de koersen der belangrijkste
leningen per einde augustus met die van de
voorafgaande maand dan zal men zien dat over
de gehele linie een stijging is ingetreden, waar
bij min of meer belangrijke koersverbeteringen
konden worden bereikt.
Terwijl de 5% Staatslening 1965 opliep tot
1009/ió tegen 9913/16 een maand tevoren, be
reikte de 5% Staaslening 1964 II een stand
van 97% tegen 957/16 en kwam de 4 lening
Nederland 1962 op 86% tegen 8513/16. De 6%
lening van de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten 1957 liep op tot 1017/i6 tegen 1001/2
en de 51/2 lening 1965 van deze instelling
steeg zelfs met 1% punt tot 98%.
In de pandbrievensector liep de 5% Friesch-
Groningsche Hypotheekbank op van 89% tot
91©n de 4% Utrechtsche Hypotheekbank
(serie S) van 851/2 tot 87%. De 5% lening
van de Nederlandse Gasunie gaf voorts een
stijging te zien van 100 tot 102%.
De geldmarkt
Wat de verhoudingen op de z.g. geldmarkt
aangaan, trekt het de aandacht dat het gezamen
lijke tegoed van het bankwezen bij de Neder
landsche Bank per 30 augustus jl. tot het lage
bedrag van slechts 99 miljoen was gedaald
tegen een hoogste stand van 352 miljoen op
16 augustus, 202 miljoen op 2 augustus en
293 miljoen op 26 juli jl. Daartegenover ziet
men dat de schatkist einde augustus bij de Ne
derlandsche Bank beschikte over 446 miljoen
tegenover 141 miljoen op 26 juli jl., 466 mil
joen op 2 augustus en 616 miljoen op 9
augustus.
De positie van het Rijk heeft in augustus op
verschillende wijzen een versterking onder
gaan. In de eerste plaats heeft op 2 augustus
de storting plaatsgevonden op de 5%
Staatslening, groot nominaal 300 miljoen. Ver
der kwamen de belastingbetalingen op gang en
hebben de banken behoorlijke bedragen aan
schatkistpapier afgenomen, hetgeen juist de
sterke inkrimping van hun liquiditeiten (zie hier
boven) verklaart. Er hebben echter over en
weer nogal wat betalingen plaatsgevonden. De
plaatsingen van schatkistpapier weerspiegelen
zich in een netto-stijging van het in de vorm
van promessen en biljetten per 30 augustus in
totaal in omloop zijnde bedrag ad 4308 mil
joen tegen f 3960 miljoen op 26 juli en 4037
miljoen op 2 augustus jl.
Tot die afname van schatkistpapier werden
de banken o.a. ook in staat gesteld door de
verkoop van dollars aan de Nederlandsche
Bank, die uit termijntransacties waren vrijge
komen en nieuwe middelen aan de banken toe-
258