Financieel overzicht
Climax in de rentestand
De belangrijkste gebeurtenis van augustus is
ongetwijfeld geweest voor de kapitaalmarkt de
uitgifte van de 6% rentende 25-jarige obliga
tielening van de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten a 100%- Belangrijk daarom, dat hier
mee een hoogtepunt werd bereikt in het proces
van de rentestijging. In de naoorlogse periode
is reeds enkele malen gebleken dat van een
rentestand van 6 een magische uitwerking
op de beleggers uitgaat. En wel zodanig, dat het
bereiken van dit niveau ook tevens een keer
punt heeft betekend, dat de rentestijging mar
keerde, welke dan vervolgens voor een geleide
lijke rentedaling plaats maakte.
Die vroegere ervaring heeft tot gevolg, dat
men zich ook nu weer afvraagt, of de rente
zich in de eerstkomende maanden weer in da
lende richting zal bewegen. Reeds alleen het
feit, dat die mogelijkheid bij het lanceren van
zulk een 6% lening aanwezig wordt geacht,
leidt er toe, dat de beleggers bij de inschrijving
een buitengewoon grote belangstelling aan de
dag leggen. Men is als het ware bevreesd te
laat te komen en wil zich de geboden inschrij
vingskans niet laten ontgaan. Ook in 1957
luidde de uitgifte van een 6% obligatielening
door de Bank voor Nederlandsche Gemeenten
een periode van dalende rente in. Maar zelfs
indien de rente thans nog niet zou dalen, lijkt
de mogelijkheid niet gering, dat men ook nu
niet weer boven die 6 zal uitkomen.
Zoals men intussen weet, heeft de 6 emis
sie in de afgelopen maand een buitengewoon
succes geoogst, zodat slechts een zeer geringe
toewijzing aan de inschrijvers kon plaats vinden.
De koers is dientengevolge tot 101% opge
lopen en aan die stijging kwam eerst een einde,
toen de Bank voor Nederlandsche Gemeenten
een nieuwe lening op stapel zette. Daaraan is
evenwel de uitgifte van een 6% 15-jarige obli
gatielening der British Petroleum Raffinaderij
Nederland tegen de koers van 981/2 vooraf
gegaan, die eveneens spoedig na de emissie
een flink agio bereikte, met een hoogste koers
van 100% dus welhaast 2 punten boven de
emissieprijs.
Die hoge agio's brengen tot uitdrukking, hoe
het met de verhouding tussen vraag en aanbod
op de kapitaalmarkt gesteld is. Het evenwichts
punt lag hoger en de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten heeft zich gehaast daarvan te pro
fiteren door een 5% lening tegen een koers
van 98% op stapel te zetten, waarvoor de
inschrijving op 10 september was opengesteld,
terwijl de storting op 7 oktober moet geschie
den. Het rendement van deze laatste lening
lening kwam uit op 5,88%, derhalve 0,12%
beneden dat van de in augustus uitgegeven le
ning der B.N.G.
Kapitaalvraag zal groot blijven
De jongste emissie van de Bank voor Neder
landsche Gemeenten werd algemeen als een
vuurproef beschouwd. De uitslag daarvan en
vooral het koersverloop van die lening zullen
een aanwijzing geven omtrent de mogelijkheden
voor een verdere rentedaling. Vooralsnog werd
de kans daarop niet zeer hoog aangeslagen.
Dit vindt zijn verklaring in het feit, dat zowel
het bedrijfsleven als de lagere overheid nog
steeds met grote kapitaalsschaarste te kampen
hebben en in de naaste toekomst nog aanzien
lijke financieringsmiddelen zullen moeten aan
trekken voor de noodzakelijke investeringen.
De ondernemingen moeten het hoofd bieden
aan een situatie die zich kenmerkt door sterk
inkrimpende winstmarges, waardoor de winsten
als regel ten hoogste kunnen worden gehand
haafd, doch in toenemende mate bij die van het
laatste boekjaar ten achter zullen blijven. Dat
zal er onvermijdelijk toe leiden, dat uit de winst
geringere bedragen beschikbaar komen voor de
z.g. zelffinanciering. Daartegenover maakt de
verscherping van de concurrentie en de stijging
van de produktiekosten juist een versterkte ra
tionalisatie van het produktieproces noodzake
lijk, die slechts met kapitaalverslindende diepte
investeringen kan worden verwezenlijkt.
Al met al moet als vaststaand worden aan
genomen, dat de vraag naar nieuw kapitaal
voorshands groot zal blijven, zelfs indien de
centrale overheid niet voornemens zou zijn
eveneens een belangrijk beroep op de kapitaal
markt te doen. Hoe het met de reële financie
ringsbehoeften van het Rijk in het komende
256