Wat ons bezig houdt ALGEMENE PRE Ml ESPAAR WET Op 22 en 23 juni jl. heeft in de Tweede Kamer de openbare behandeling van het ontwerp Alge mene Premiespaarwet plaatsgevonden, waarna het wetsontwerp met een vrij ruime meerderheid werd aangenomen. De hoofdlijnen van de Algemene Premiespaar wet werden reeds in de Raiffeisen-Bode van januari 1963 (blz. 20 e.v.) uiteengezet. Alvorens de openbare behandeling plaatsvond, is door de betrokken bewindslieden nog een Nota van Wijziging ingediend, waarin de rege ring voorstelde om als spaarvormen eveneens op te nemen aflossingen op bedrijfsuitrustings- voorschotten en overnamevoorschotten, welke met medewerking van de overheid voor het midden- en kleinbedrijf en in de landbouw in het leven zijn geroepen, of zijn verstrekt onder garantie van een publiekrechtelijk bedrijfs- lichaam. Volgens de nota van wijziging zullen de be talingen van levensverzekeringspremies, aflos singen op hypothecaire leningen en op bedrijfs- uitrustings- en overnamevoorschotten mede geacht kunnen worden te zijn geschied door de echtgenoot van de deelnemer. Dit is onder meer van belang, indien deze betalingen meer be dragen dan 250,— per jaar. Het meerdere kan nu door de echtgenoot van de spaarder even eens tot een bedrag van maximaal 250,per jaar voor premiëring in aanmerking worden gebracht. Ook kan zich het geval voordoen, dat degene, die de betaling voor vorengenoemde doeleinden heeft verricht, ouder is dan 59 jaar. Indien de echtgenoot nog niet deze leeftijd heeft bereikt en ook overigens aan de voorwaarden tot deel neming voldoet, kan deze de betaling tot een bedrag van maximaal f 250,per jaar voor premiëring in aanmerking brengen. In verband met de omstandigheid, dat volgens het ontwerp Algemene Premiespaarwet bij alle spaarvormen eerst aanspraak op premie ont staat na verloop van vier volle kalenderjaren, gerekend vanaf het tijdstip waarop de besparing werd verricht, hield dit in, dat vervallen contrac ten b.v. van levensverzekeringen en hypothe caire leningen nog gedurende vier kalender jaren in de administratie dienden te worden gehouden. Teneinde dit bezwaar te ondervan gen, werd in de nota van wijziging voorgesteld bij het aflopen van een dergelijk contract de premie over de afgelopen vier kalenderjaren ineens betaalbaar te stellen, mits het betalingen betreft die in ten minste vier achtereenvolgende kalenderjaren zijn verricht. Ten slotte werd in de nota van wijziging om administratieve redenen voorgesteld de termijn, waarbinnen een verzoek tot uitkering van premie kan worden ingediend, te stellen op 1 jaar na het ontstaan van de aan spraak op premie. Bij de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer is de inkomensgrens van 12.000,ver hoogd tot 15.000,terwijl de minimumleeftijd is gesteld op 21 jaar in plaats van 25 jaar, zij het dan dat voor de deelnemers aan de Jeugd- spaarwet de minimumleeftijd op 25 jaar blijft gesteld. Aangenomen mag worden dat de Algemene Premiespaarwet in de eerste maanden van 1966 in werking zal treden. TWEE NIEUWE GEZICHTEN IN DE R Al FFEISEN ORGANISATIE In korte tijd is de raiffeisenfamilie uitgebreid met twee nieuwe leden: de Coöperatieve Boeren leenbank W.A. te Limmen en de Coöperatieve Raiffeisenbank „Vlieland". De bank „Limmen" is al oud. Ze werd opge richt op 2 juli 1903. Vanaf het moment, dat de Centrale Bank in Alkmaar, waarbij „Limmen" zich had aangesloten, werd opgeheven, be hoorde de bank tot de categorie „niet-aange- sloten landbouwkredietbanken". In juli besloot de bank het lidmaatschap van de Raiffeisenorga- nisatie aan te vragen en op 29 juli werd daartoe het ledenregister getekend. 198

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 4