1920-1930 zijn er veel plaatselijke banken ge sticht. In 1930 waren er 1414 plaatselijke ban ken. Hieronder was er echter een groot aan tal dat te klein en niet levensvatbaar bleek. Na 1930 vonden er vele fusies plaats en in 1963 waren er nog 504 plaatselijke banken over; het aantal bijkantoren nam echter toe, zo dat de organisatie in 1963 in totaal 1225 kan toren en zittingen telde. De periode van 1930 tot 1945 vormde een soort stabilisatieperiode. Het ledental bleef stijgen en de deposito's namen behoorlijk toe, waardoor de middelen voorziening evenwichtiger werd. In de veertiger jaren trokken de landbouwbanken een groot deel van het plattelandsgeldverkeer tot zich. Na de tweede wereldoorlog breidden de ac tiviteiten van de coöperatieve landbouwbanken zich sterk uit. Ook hierbij speelden de over- heidsleningen, nu voor de wederopbouw van het land en de ontwikkeling van de bedrijven, een grote rol. Tevens ontwikkelden de depo sito's zich gunstig. De laatste jaren zijn de coöperatieve landbouwbanken bijzonder actief in de steden, aangezien daar de grote bron van middelen ligt. Echter de concurrentie tussen de verschillende kredietinstellingen is de laatste jaren scherper geworden. Tot besluit De organisatie van de Finse coöperatieve landbouwbanken wijkt af van de organisatie zo als wij die in Nederland kennen. Opmerkelijk is de scheiding tussen toporganisatie en centrale bank, hetgeen men in Zweden ook aantreft. Re gionale centrales treft men echter in Finland niet aan. Wel zijn er provinciale bonden, maar die hebben geen bancaire functie. Ook in Fin land heeft de overheid de ontwikkeling van de coöperatieve landbouwbanken sterk bevorderd. Het waren hier niet de overheidsgaranties aan de banken, zoals in Zweden het geval was, maar de overheidsleningen inzake landhervor mingen, herstel van oorlogsschade en bedrijfs ontwikkeling die voor een belangrijk deel via de coöperatieve landbouwbanken liepen. Mede in verband met het relatief achterblijven van de eigen-middelenvoorziening der banken, vorm den deze overheidsleningen een belangrijke expansiemogelijkheid voor de coöperatieve landbouwbanken. 25 juni jl. bezocht de directie van Pirkka-Hameen Osuuskassojen Liitto (onze Finse zusterorganisatie) de Centrale Bank. Op de afdeling Boekhouding werd een uitleg gegeven over de boekhoudmachines met aangekoppelde ponsmachines. 235

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 41