ouderde drijfnetloggers sneller buiten bedrijf te stellen. (In 1954 waren er nog 203 in bedrijf, in 1964 waren dat er nog 30). Van groot belang is de premie welke is inge steld om tot verbetering van de kwaliteit van de aangevoerde vis te komen Met de kwaliteit van door Deense en Zweedse vissers aangevoerde vis konden de Nederlandse vissers niet goed meer concurreren. De beschikbaar gestelde subsidie maakt het mogelijk de nodige kosten te maken om met behulp van de z.g. kistjes methode de kwaliteit van de aangevoerde vis aanzienlijk te verbeteren. Ook de stimulering door subsidiëring van het opzoeken van andere visgronden maakt het mo gelijk de noodzakelijke aanloopkosten te maken om goede visgronden op te sporen, waar men tot nog toe niet viste. Uit al deze maatregelen blijkt een veranderde houding van de overheid t.o.v. de visserij, waar door de toekomst van de visserij met meer ver trouwen kan worden tegemoet gezien. Financiering van de visserij De volgende tabel geeft inzicht in de finan ciering van de investeringen in schepen en motoren van de visserij. Aanta Totaa c O E S/lln. gld. Waarvan grote zeevisserij Aantal S Min. gld. co E Waarvan kleine zeevisserij Aantal S 5 Min. gld. 8" o "F, o w E 1954 43 44 7,3 5 4 2,9 20 16 3,4 1955 44 47 10,6 10 5 5,6 20 10 3,9 1956 43 38 11.6 11 4 6,2 18 12 4,3 1957 29 67 12,5 10 2 7,8 9 12 3,3 1958 39 45 11.2 8 2 6,3 15 15 3,8 1959 81 53 18,2 7 3 6,2 34 17 9,5 1960 98 79 26,7 13 12,6 37 11 10,1 1961 93 17 27,9 9 8,6 53 6 14,8 1962 64 59 23,0 9 2 8,2 39 15 11,8 1963 74 52 32,9 13 6 14,2 51 21 16,9 1964 58 71 30,4 8 9,8 41 20 17,0 Uit deze tabel blijkt dat er in de jaren 1954 t/m 1964 ruim 200 miljoen gulden werd ge ïnvesteerd in nieuwe schepen en nieuwe mo toren. Ongeveer de helft daarvan had betrek king op kotters van schipper-eigenaren ter kleine zeevisserij. In deze investeringen zijn niet begrepen de bedragen die nodig waren voor het kopen van tweedehands vaartuigen. Deze bedragen zijn wel begrepen in de vol gende tabel (nieuw ingeschreven scheepshypo- theken op vissersvaartuigen). (Zie blz. 227). Vergelijking van de gemiddelde kredieten leert, dat de scheepshypotheekbanken grotere objecten, in dit geval trawlers, financieren. De andere banken, waaronder de Raiffeisenban- ken, financieren gemiddeld kleinere bedragen voor kotters van schippers-eigenaren. 226

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 32