in Italië, België en Luxemburg voor inschrijving beschikbare bedragen vlot konden worden ge plaatst, zodat het grootste gedeelte van de le ning die in totaal ongeveer 790 miljoen beliep, toch gemakkelijk kon worden ondergebracht. Alleen in ons land, West-Duitsland en Frankrijk is dat niet het geval geweest. Zoals men weet, zijn de verschillende tranches van de lening in de onderscheidene landen tegen de nationale valuta van die landen uitgegeven, waarbij de leningvoorwaarden gelijkluidend waren, uitge zonderd de koers van uitgifte. Die bedroeg in Nederland, Duitsland, Luxem burg en België 95 in Frankrijk 951/2 en in Italië 96 In West-Duitsland was het geboden rendement van circa 6,75 echter onvoldoende tegenover het marktrendement. Er werd juist een 7% 17-jarige obligatielening ten laste van Schleswig-Holstein ad DM 100 miljoen tegen een koers van 991/2 uitgegeven, waarvan het werkelijke rendement op 7,12% uitkwam! Het was zoals gezegd, onvermijdelijk, dat onze staatsfondsenmarkt onder druk kwam te staan door de gunstige leningvoorwaarden van de 5% lening. Dat weerspiegelde zich dan ook in de koersbeweging. De koersen der staatsfondsen zijn verder teruggelopen de ren dementen anderzijds op nieuw gestegen, al werd de ondergrond van de markt later in de maand vaster. Spanningen op de geldmarkt Ook op de geldmarkt is de toestand gespan nen gebleven, hetgeen zich vooral bij de zware halfjaarsultimo heeft doen gevoelen. Het dag geld bereikte een niveau van 4 waartegen over het officiële disconto nog steeds op 4y2 werd gehandhaafd. Onder normale omstandig heden zou de Nederlandsche Bank in het licht van de sterke rentestijging op de kapitaalmarkt wellicht reeds lang tot een verdere verhoging van het officiële disconto zijn overgegaan. Maar de kredietrestrictiepolitiek geeft de directie van de Nederlandsche Bank reeds een belang rijk wapen in handen ter beperking van de kre dietverlening, daar immers de banken die de voor hun vastgestelde kredietlimiet overschrij den, tegenover die overschrijding een gelijk be drag als strafdeposito bij de centrale bank moeten deponeren, waarover geen rente wordt vergoed. Het teveel verstrekte krediet kost de banken derhalve extra geld en kan nooit rente winst opleveren. Daarvan gaat uiteraard een remmende werking uit. Voor voorschotten in rekening-courant moet bovendien een half pro cent boven het officiële disconto worden be taald, dus 5 terwijl de debetrente die de handelsbanken aan hun debiteuren in rekening brengen, weer nagenoeg 2 boven het officiële disconto ligt, zodat die debetrente als regel toch nog boven de leningrente die op de kapi taalmarkt geldt, uitkomt. Kredietverlening boven de norm Uit de maandelijkse publikatie van het C.B.S. per einde mei is gebleken dat de binnenlandse uitzettingen van de representatieve handels banken die circa 93 van het totale Neder landse handelsbankwezen omvatten einde mei f 936 miljoen hoger waren dan einde 1964. Die binnenlandse uitzettingen omvatten de vor deringen op het Rijk, de lagere overheid en de private sector Zij beliepen in totaal einde mei 10.608 miljoen, waarvan de vorderingen op het Rijk 3062 miljoen (plus 318 miljoen) uit maakten, die op de lagere overheid f 529 mil joen f 27 miljoen) en de vorderingen op de private sector 7017 miljoen f 591 miljoen. De repatriëring van gelden uit het buiten land het netto actief in het buitenland daalde in mei jl. met f 153 miljoen tot 958 miljoen heeft niet voldoende sou laas kunnen geven. De kredietvraag waaraan het bankwezen moet voldoen, is daarvoor te groot en te dringend, wat ook de verklaring vormt voor de levendige emissiebedrijvigheid in de eerste helft van het jaar. Intussen is het ge zamenlijke kredietplafond van de banken zo danig overschreden, dat de Nederlandsche Bank het z.g. strafdeposito voor de maand- periode, aangevangen op 15 juli en lopende tot 14 augustus 1965, verder tot f 202 miljoen moest verhogen. In de voorafgaande maand- 216

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 22