Gevolgtrekkingen
Het emissieresultaat op zichzelf voert nog tot
enkele belangwekkende conclusies. In de eerste
plaats kan dan worden gewezen op het feit, dat
de belangstelling van binnenlandse zijde ten
zeerste is meegevallen en dat hetzelfde geldt
voor de inschrijvingen die voor buitenlandse
rekening werden verricht. De werkelijke buiten
landse vraag werd op ten minste 60 miljoen
geraamd, maar het kan ook wel 80 miljoen of
nog wat meer geweest zijn. En wat de binnen
landse inschrijvingen betreft is het opgevallen
dat in de eerste plaats de institutionele beleg
gers met inbegrip van de levensverzekerings
maatschappijen en bedrijfspensioenfondsen als
ook uiteraard de spaarbanken merendeels heb
ben ingeschreven, zulks ondanks de „concur
rerende" leningoperatie die vrijwel tegelijkertijd
met de staatslening voor rekening van de Ne
derlandse Gasunie werd uitgevoerd.
Die buitenlandse belangstelling was des te
meer verwonderlijk, daar de rentestand in Ne
derland, hoewel voor binnenlandse begrippen
hoog, vergeleken met het niveau dat in het bui
tenland bestaat, als laag moet worden aange
merkt. In West-Duitsland heeft de rentestand
b.v. reeds een niveau bereikt van meer dan
7 terwijl ook elders in Europa en vooral in
Engeland rentetarieven gelden, die het Neder
landse peil min of meer belangrijk overtreffen.
Men kan daaruit concluderen, dat de Neder
landse gulden internationaal in hoog aanzien
staat en het vertrouwen in onze nationale eco
nomie bij het buitenland stevig verankerd is.
Het schijnt, dat er voor grote bedragen voor
Zwitserse rekening werd ingeschreven, waar
naast o.a. Franse en Belgische beleggers zich
niet onbetuigd hebben gelaten.
Een 6% lening der Gasunie
Dat van de zijde van het levensverzekerings
bedrijf toch belangstelling voor de 5%
Staatslening aan de dag is gelegd, was bepaald
een verrassing. De vrees was n.l. gekoesterd,
dat deze hun kruit droog zouden houden voor
de inschrijving op de 6% onderhandse le
ning van de Nederlandse Gasunie, die tot een
bedrag van 250 miljoen tegen 99 werd uit
gegeven, zodat daarop een rendement van ruim
6% kan worden verkregen. Eigenlijk komen
voor inschrijving daarop uitsluitend de institu
tionele beleggers, vooral de grote verzekerings
maatschappijen, in aanmerking, omdat deze ope
ratie zich ondershands afspeelt, de stortingen
zich over een geheel jaar kunnen uitstrekken en
derhalve geleidelijk geschieden. Aflossing van
deze lening is gedurende de eerste zes jaar uit
gesloten, terwijl vervroegde aflossing niet mag
plaatsvinden, een voorwaarde die uitzonderlijk
gunstig kan worden geacht.
Voor de particuliere beleggers kan dit lening
object overigens in de toekomst toch van be
lang worden. Daaraan is n.l. een z.g. obligatie
clausule verbonden, op grond waarvan bij vol
doende belangstelling eventueel t.z.t. omzetting
in een normale obligatielening met daarop vol
gende introductie ter beurze kan plaats vinden.
Voorshands zal daarvan echter geen sprake
zijn en zullen de institutionele beleggers daar
voor ook weinig gevoelen, omdat zij zelf een
aantrekkelijk rendement best kunnen gebruiken.
E.N.E.L.-tranche niet geplaatst
Wanneer de grote en kleine particuliere be
leggers in het eigen land zulk een ruime keuze
hebben er worden ook reeds 6 pandbrie
ven beneden pari uitgegeven dan kan men
zich er eigenlijk niet over verwonderen, dat de
Nederlandse tranche van de 6% E.N.E.L.-lening,
waarop op 12 juli a 95 kon worden ingeschre
ven, niet volledig bij de inschrijving kon worden
geplaatst, hoewel die tranche slechts 25 mil
joen beliep inclusief 5 miljoen die tevoren
op inschrijvingsvoorwaarden waren geplaatst.
De lening kon althans ten volle aan de inschrij
vers worden toegewezen, zodat in dit geval
geen reductie op de inschrijvingen noodzakelijk
was. Het was echter ten tijde van de inschrij
ving hier te lande bekend dat de koers van de
Duitse tranche reeds tot circa 93% was inge
zakt.
Aan de andere kant is later gebleken dat de
215