Een ring viert haar gouden jubileum De ring Overijssel is niet alleen de grootste ring van de Raiffeisenorganisatie behoudens Utrecht is zij de enige ring die een gehele pro vincie omvat maar zij is tevens de oudste. f In Overijssel werd in 1915 reeds het initiatief tot de instelling van ringen genomen. Het ring- bestuur achtte het 50-jarig bestaan een feeste lijke herdenking waardig en nodigde tegen 1 juli jl. in de Buitensociëteit te Zwolle de leden van besturende en toezicht houdende colleges en de directeuren/kassiers met hun dames. Voorts was er een aantal genodigden van buiten de f ring, o.m. vertegenwoordigers van het ge meentebestuur van Zwolle, van de standsorga nisaties en van de aangrenzende ringen. De organisatie was in handen gelegd van het Instituut voor Landbouwcoöperatie in Gelder land en Overijssel, dat zich uitstekend van deze taak heeft gekweten. De ochtendbijeenkomst stond in het teken van de herinnerende en visionaire beschouwing. De voorzitter van het ringbestuur, de heer G. W. Leuvelink, besteedde in zijn openingswoord aan dacht aan de sterke groei en ontwikkeling van de tot de ring Overijssel behorende banken. De heer Keijser, directeur van de Centrale Bank, belichtte de taak en mogelijkheden van de raiffeisenbanken. De structuur van onze banken eigent zich nog steeds bijzonder goed voor de financiering van die bedrijven waarbij de ondernemer en de eigenaar in één persoon verenigd zijn en die door hun grote aantal een zekere stabiliteit ver lenen aan ons volksbestaan. Volgens de heer Keijser wordt er in het algemeen te weinig ge nuanceerd gedacht en gesproken over het pro- ces van de structuurverandering in land- en tuinbouw; hij verdedigde de opvatting, dat er mogelijkheden blijven voor gradaties in de spe cialisatie en mechanisatie, mits door de verle ning van diensten door derden naar de grootst mogelijke effiency wordt gestreefd. De Centrale Bank legt er zich op toe door een samenstel van maatregelen het de plaatse lijke besturen mogelijk te maken hun verant woordelijkheid voor de lokale activiteiten te blijven dragen. Voor de toekomst achtte de heer Keijser deze taak van de Centrale Bank een van de belangrijkste. De heer Kolhoop, secretaris van het Instituut voor Landbouwcoöperatie, schetste in zijn refe raat het ontstaan van wat hij de grote drie noemde op het terrein van de landbouwcoöpe ratie, t.w. de aankoopverenigingen, de zuivel fabrieken en de boerenleenbanken. De eerste boerenleenbank ontstond in Lon- neker, dus in Overijssel. Hij stond stil bij de zich baan brekende structuurwijziging in de aankoop- en zuivelsector, die tot de noodzakelijk geachte concentratie leidt. De structuurvragen in de Raiffeisenorganisatie zijn van andere aard; ver heugend is het, dat de sterke aanwas van de middelen de aangesloten banken in staat stelt op het terrein van de kredietverlening actief te blijven, waarbij de belangen van de agrari sche bedrijven prioriteit blijven genieten. Gelukwensen werden uitgesproken door de heren Lugtmeijer, voorzitter van het bestuur van de ring De Veluwe, namens de aangrenzende ringen en door de heer Grobben in zijn kwali teit van bestuurslid van de Overijsselse kas siersvereniging. Na de voortreffelijke koude lunch, waaraan ongeveer 500 personen aanzaten, ving het, over het algemeen wat luchtiger middagprogramma aan. Er werd een door het Instituut vervaardigde documentaire film vertoond, waarin ieder bank kantoor was verwerkt, een goochelaar, de heer Henk Bouwman, deed een van de ringbestuur- ders herhaaldelijk, onder grote hilariteit, de aan wezigheid en inhoud van zijn portefeuille con troleren en de alom bekende Mies Bouwman leidde een quiz, waarin vijf directeuren/kassiers de zegepalm wegdroegen. De bijeenkomst verkreeg een waardig slot door een uitvoering door het Overijsselse Phil- harmonisch Orkest van enkele populair klas sieke werken. Het ringbestuur mag op een zeer geslaagde bijeenkomst terugzien. 209

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 15