De heer Van Beekhoff overhandigt de plaquette van de organisatie aan baron van Wijnbergen.
zwakkere, ten voordele van beiden. Die ge
dachte van Raiffeisen kun je je hele leven toe
passen en zij is altijd geldig, dus ook op agra
risch terrein. Zou het in onze tijd voor jonge
boeren mogelijk zijn aan een goede passende
financiering te komen, als de Utrechtse en Eind-
hovense landbouwkredietorganisaties er niet
waren? Wel moeten wij ons blijven aanpassen.
Met de economische wetten moet immers reke
ning gehouden worden. Het rapport Landbouw
krediet van 1959 was op aanpassing gericht.
Een nieuwe filosofie hebben we volgens de
heer Van Wijnbergen niet nodig. Raiffeisen was
geen filosoof, maar een man van de daad. Hij
was net als een zendeling of een missionaris.
Als je deze vraagt naar het waarom, is het ant
woord simpel: omdat het nodig isl
Wij willen graag weten wat de moeilijkste tijd
is geweest, die de heer Van Wijnbergen in onze
organisatie heeft meegemaakt.
Dat was de crisistijd. Er werd weinig ver
diend en weinig geïnvesteerd. De naarste tijd
was misschien die van de geldsanering. Dat
was een enerverende periode, die vele van onze
kassiers zich nog goed zullen herinneren.
Een goed werktuig
Aan de heer Van Wijnbergen, die 33 jaar lang
onze organisatie als insider heeft meegemaakt,
leggen wij de vraag voor hoe het toch komt,
dat wij door de jaren heen goed samenwerken,
hoewel er verschillende organen zijn met eigen
bevoegdheden en hoewel de hele organisatie
uiteindelijk opgebouwd is uit honderden zelf
standige banken.
Het is, denken wij, typisch voor de heer Van
Wijnbergen, dat hij deze vraag zowel in het
ideële als in het zakelijke vlak trekt en daarbij
de juiste dosering weet te geven.
Onze organisatie heb ik, aldus de heer Van
Wijnbergen, als een meesterlijk werktuig ge
zien. Bij ons vinden we in het woord organi
satie nog duidelijk die oorspronkelijke beteke
nis van het Griekse woord orgaan, d.i. „werk-
164