vervolg financieel overzicht rente voor driejaarsschatkistbiljetten verhoogd van 4Vi6 tot 45/16 en voor vijfjaarsbiljetten van 45/ió tot 4% Het is kentekenend voor de situatie op geld- en kapitaalmarkt, dat men deze verhoogde tarieven algemeen in financiële krin gen als te krap beschouwde, zodat het Rijk nauwelijks kon verwachten grote bedragen aan nieuw schatkistpapier tegen deze tarieven te kunnen plaatsen. Mocht het rentepeil op geld- en kapitaalmarkt zich op de hoge stand van einde mei hand haven, dan zou, aldus de in financiële kringen heersende meningen, zelfs een verdere verho ging van het officiële disconto door de Neder- landsche Bank, hetwelk sedert juni 1964 41/2 bedraagt, niet uitgesloten zijn. De hoop, dat spoedig weer een ommekeer ten aanzien van de rente-ontwikkeling zal in treden, heeft men nu wel laten varen. Aan de ene kant wordt beseft, dat Nederland bezwaar lijk een goedkoopte-eiland met betrekking tot de rentestand in de Europese Gemeenschap kan blijven. Aan de andere kant kan slechts worden geconcludeerd, dat naarmate de politiek van de Ver. Staten tot het indammen van de dollar- stroom naar het buitenland met meer succes wordt bekroond, West-Europa daarvan de ge volgen moet ondervinden in de vorm van een toenemende kapitaalschaarste. Een schaarste die zich bij de bestaande grote investerings behoeften van het bedrijfsleven des te scherper doet gevoelen. Maandelijkse koerstabel 30 dec. 29 jan. 26 febr. 31 maart 29 april 31 mei 5% Nederland 1964 II 99% 101% 101% 101 100% 97% 5 Nederland 1964 98 99 99% 98% 98% 94% 4% Nederland 1958 95 95'/16 95% 95 945/,é 92% 4% Nederland 1960 1 94% 94l3/i6 95% 94% 93% 92% 4% Nederland 1959 93 93% 93% 93 92% 91 4% Nederland 1961 91 91/2 92% 91% 50% 89% 3% Nederland 1953 87/4 87% 88% 88 86% 84 3% Nederland 1956 87% 87/2 88% 87% 87% 84% 3/4% Nederland 1954 83 82% 82% 82% 82 80% 3% Nederland 1955 1 82/2 82% 83 82% 81 80 3/2 Ned. 1947 Staffel 80% 82% 83"/,6 83% 81 80% 3 Grootboek 1946 86 86 87% 86% 867% 84% 2/2 Grootboekoblig. 51'/u ~51~% 52% 52 51% 50 Effectief rendement obligaties 30 dec. 29 jan. 26 febr. 31 maart 29 april 31 mei 5% Nederland 1964 11 5,28"% 5.00 5,07 5,15% 5,20 5.51 5 Nederland 1964 5,22 5.11 5,04 5,14% 5,18% 5.63 4% Nederland 1958 5,20 5,14% 5,08 5,20 5,34 5,61 4% Nederland 1960 I 5,24 5,23 5,06% 5,25 5,36 5.61 4% Nederland 1959 5,23 5,18% 5.16% 5,23 5,38 5.60 4% Nederland 1961 5.25 5,25 5.11% 5,24 5,36 5,52 3% Nederland 1953 5,22 5,16% 5,06 5,13 5^33% 5,62 3% Nederland 1956 5.17% 5,20 5 ,05 5,20 5,25 5,62 3% Nederland 1954 5,15% 5.18% 5,09 5.11 5,26% 5.48 3% Nederland 1955 I 5,17% 5.17% 5,03 5.10% 5.28 5,47 3% Ned. 1947 Staffel 5.00 4.83 4,75 4,79 4.97 5.05 3 Grootboek 1946 5,15% 5.15% 4.92 5,04% 5,20 5.53 2% Grootboekoblig. 4.92 4,89% 4,85 4,88 4,94 5,07 184

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 26