Sparend Nederland
c
1
1!
1
ÉS J
Bedragen x f 1 min
mutaties jan/maart
Saldo
tegoed
Tegoe
van he
in
totaal
mutaties april
1/1
31/3
1/1
31/3
Spae
E
"c
1965
Rfb. Utrecht
Centr. Bank
17,0
581,3
501,7
79,6
4.315,5
4.395,1
24,6
24,4
178,5
191,7
13,2
Bib. Eindh.
15,9
438,4
374,1
64,3
2.773,9
2.838,2
15,8
15,8
125,9
126,9
1.0
RPS.
11,6
345,9
260,2
65,7
3.882.4
3948,1
22,1
22,0
94,8
102,4
7,6
Alg. Spaarb.
26,4
857,3
717,9
139.4
4.584,0
4.723.4
26,1
26,3
230,8
228,9
1,9
Handelsb.
26,8
69,7
1.995,6
2.065,3
11,4
11,5
97,7
418,7
17.551,4
17.970,1
100,0
100,0
1964
Rfb. Utrecht
Centr. Bank
4,5
506,8
438,6
68,2
3.852,6
3.920,8
24,7
24,4
157,7
171,5
13,8
Bib. Eindh.
12,8
394,5
325,6
68,9
2.431,4
2.500,3
15,6
15,5
125,5
117,6
7,9
R.P.S.
9,6
316,8
256,3
60,5
3.568,0
3.628,5
22,8
22,6
93,2
95,9
2,7
Alg. Spaarb.
17,4
741,7
620,1
121,6
4.111,8
4.233,4
26,3
26,3
248,9
238,3
10,6
Handelsb.
70,3
149,7
1.653,0
1.802,7
10,6
11,2
41,5
114,6
468,9
15.616,8
16.085,7
100,0
100,0
43,5
Kanttekeningen bij de cijfers
Onder invloed van het seizoen nemen de toe
vertrouwde middelen in april gewoonlijk af.
Ook dit jaar was dit het geval en wel met
26,4 miljoen. In april is een ontsparing opge
treden van 13,1 miljoen en namen de credit-
saldi in lopende rekening af met 13,3 miljoen.
Vorig jaar namen de toevertrouwde middelen in
april af met 22,3 miljoen.
Het totaalbedrag aan debetsaldi in lopende
rekening, voorschotten en effecten onderging in
april een stijging van 56,0 miljoen. Vorig jaar
bedroeg de toeneming 59,7 miljoen. De toe
neming van de post effecten heeft betrekking
op de uitgifte van deposito-obligaties door de
Centrale Bank.
Het spaarresultaat van maart was voor de
verschillende spaarinstellingen (uitgezonderd
de handelsbanken) gunstiger dan verleden jaar
maart. Dit zelfde kan niet voor de maand april
worden gezegd.
De voorlopige spaaroverschotten in mei wa
ren voor Utrecht 37,0 miljoen, voor Eindhoven
24,6 miljoen.
183