aanzienlijke disagio's, die tal van prima leningen thans te zien geven. Doordat aflossing a pari geschiedt, kunnen de houders daarvan zich van zeer belangrijke agiowinsten verzekeren, terwijl, wanneer de rente zich weer in dalende richting gaat bewegen, ook zonder dat de stukken wor den afgelost, interessante, belastingvrije, koers winsten zullen kunnen worden behaald. Het Rijk zal nog 350 miljoen emitteren De vorige maal kwam reeds ter sprake, dat de verwachtingen die door het optreden van de nieuwe regering ten aanzien van de leningac tiviteit van de zijde van het Rijk waren gewekt, de rentestijging hebben geaccentueerd, resp. de koersdalingen op de obligatiemarkt in de hand hebben gewerkt. Uit de inmiddels aan de Staten-Generaal gezonden nota inzake de ge wijzigde Rijksbegroting 1965 is intussen geble ken, dat het Rijk voor het lopende jaar, blijkens de tot dusverre beschikbare gegevens, een be roep op de open kapitaalmarkt zal moeten doen van rond 350 miljoen. In september 1964 was het bedrag waarvoor een beroep op de open kapitaalmarkt zou moeten worden gedaan op 200 miljoen becijferd. Volgens de herziene Begroting 1965 worden de totale uitgaven van het Rijk thans geraamd op 16.002 miljoen, d.i. f 996 miljoen hoger dan de raming volgens de oorspronkelijk ingediende begroting. De ontvangsten aan belastingen en andere inkomsten worden anderzijds 851 miljoen ho ger geraamd, met een totaal van f 14.941 mil joen. De belastingmiddelen, die aan het Rijk ten goede komen, worden daarbij geschat op 13.259 miljoen, d.i. f 480 miljoen hoger dan het in de Miljoenennota 1965 genoemde bedrag. De totale belastingopbrengst, d.w.z. met inbe grip van de aandelen van het Gemeentefonds en van het Provinciefonds, komt 576 miljoen hoger uit dan in september was voorzien. Bo vendien beschikt de Schatkist voor het lopende jaar over de opbrengst van de verkoop der aan delen Breedband ad f 320 miljoen. Al met al spruit uit genoemde inkomsten en uitgaven een nadelig saldo op de Rijksbegro ting voort van 1061 miljoen tegen op de oor spronkelijke begroting 916 miljoen. Bijgevolg moet de Staat voor de financiering (incl. het tekort van het Gemeentefonds over 1965 ad 175 miljoen) lenen tot een bedrag van 1200 miljoen, waarvan evenwel f 850 miljoen op de voorinschrijfrekeningen van de Rijksfondsen beschikbaar zal komen. Het verschil moet dan op de publieke kapitaalmarkt worden gedekt. Men weet dus thans, waar men voor het lo pende jaar aan toe is wat betreft het bedrag waarvoor het Rijk zal emitteren. Zolang men echter niet weet, wanneer een emissie zal plaats vinden, zal dit onzekerheidselement als een schaduw over de obligatiemarkt blijven hangen. Rijkstegoed daalde sterk Uiteraard zal ook de ruimte waarover de Schatkist bij de Nederlandsche Bank beschikt een rol spelen. Het tegoed van het Rijk bij de centrale bank is in mei zeer sterk teruggelopen zoals blijkt uit het feit, dat bedoeld saldo op 3 mei nog 756 miljoen beliep, doch op 31 mei tot f 297 miljoen was ingekrompen. Het wachten is thans op de belastingontvangsten uit hoofde van de eerste aanslagen inkomstenbelasting. Maar het is de vraag, of deze zo snel op gang zullen komen, dat een emissie van de Staat daardoor tot na de vakantieperiode zou kunnen worden uitgesteld. Wel heeft het Rijk altijd de mogelijkheid tot het opnemen van een kortlo pend krediet bij de Nederlandsche Bank, doch in verband met het inflatoire effect, dat daaraan in beginsel inhaerent moet worden geacht, zal de minister van Financiën niet graag daartoe zijn toevlucht nemen, tenzij er geen andere mo gelijkheid zou zijn. Ook bankwezen krap Ook het particuliere bankwezen zit nog aller minst ruim in de middelen, wat toegeschreven moet worden aan de sterke kredietvraag waar aan het hoofd moet worden geboden. Eind mei bedroeg het tegoed van de banken bij de Ne derlandsche Bank in totaal slechts f 123 mil joen tegen 284 miljoen op 17 mei en 65 miljoen op 3 mei. 180

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 22