Financieel overzicht
Rentestijging accentueert zich
De dalende beweging op de obligatiemarkt
heeft zich in de maand mei voortgezet, zoals
zich weerspiegelt in de versterkte koersdaling,
die over de gehele linie is ingetreden.
Voor de staatsfondsen is het rendement
daardoor weer met om of nabij een kwart pro
cent gestegen, zodat voor het merendeel van
de langlopende staatsleningen op basis van de
thans geldende aankoopprijzen reeds een rente
van om of nabij 5Y2 kan worden gemaakt.
Een nieuwe toetssteen voor de positie van de
kapitaalmarkt vormde de emissie van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten ad 100 mil
joen 5% 25-jarige obligaties waarop men op
25 mei pari heeft kunnen inschrijven. Deze
leningoperatie is weliswaar in zoverre geslaagd,
dat het gehele bedrag bij de inschrijving werd
afgenomen, maar van een grote geestdrift is
geen sprake geweest, want er werd in het ge
heel niet gemajoreeerd. Het feit, dat de eerste
officiële koers, die ter beurze werd genoteerd,
slechts 991/8 is geweest of beneden de
koers van uitgifte, werpt een duidelijk licht op
de gang van zaken.
Inderdaad heeft men dan ook de indruk ge
kregen, dat het bedrag van 100 miljoen de
werkelijke behoeften met wellicht 10 miljoen
heeft overtroffen.
Dat maakt het althans verklaarbaar, dat na
de emissie aanbod via de beurs moest worden
opgenomen beneden de emissieprijs, waartoe
de intermidiërende handel al gauw geneigd is
op grond van de inschrijvingsprovisie, die wordt
genoten. Het grote verschil met de overige
emissies van guldensleningen is geweest, dat
de belangstelling, die van buitenlandse zijde be
stond, sterk was verminderd. Het rendement van
5% dat werd geboden, kon bij het thans in
andere Europese landen geldende rentepeil niet
voldoende aantrekkingskracht uitoefenen.
Middelenaanbod beperkt
Wat de binnenlandse verhoudingen op de ka
pitaalmarkt aangaat, kan in dit verband nog
worden opgemerkt, dat de grote beleggende in
stellingen in ruime mate hebben ..voorbelegd"
dat wil zeggen bij voorbaat op ruime schaal
te ontvangen gelden hebben toegezegd voor
leningbehoeften op het moment, dat die mid
delen (bij verzekeringsmaatschappijen e.d.) bin
nenkomen. Particuliere beleggers behoefden
zich bovendien niet te haasten, daar men er
van overtuigd kon zijn, dat er zowel van de
zijde van het particuliere bedrijfsleven als van
die van de overheid dit jaar nog aanzienlijke
leningbehoeften te bevredigen zijn. Op de on
derhandse leningmarkt is het renteniveau dan
ook in mei reeds boven de 6 gestegen, ter
wijl de grote hypotheekbanken er toe over
gingen 6 in plaats van 51/2 rentende
pandbrieven af te geven, en wel tegen pari.
Voor Nederland is dit een zeer hoog niveau,
maar tot dusverre is niet gebleken, dat daarvan
een remmende invloed op de investeringsacti
viteiten uitgaat.
Het heeft wel enig opzien gebaard, dat reeds
weer een nieuwe obligatielening werd gelan
ceerd door de Nationale Investeringsbank nog
vóór de leningoperatie van de Bank voor Ne
derlandsche Gemeenten was afgesloten. Het
vooruitzicht van die snel volgende nieuwe le
ning vormde een belemmering voor een spoe
dige koersverbetering van de lening der Bank
voor Nederlandsche Gemeenten.
Een 5% %-lening a 99
Het was kenmerkend voor de ontwikkeling op
de obligatiemarkt, dat de Nationale Investerings
bank de emissiekoers, bij een rentevoet van
5% op 99 stelde, dus een vol procent
beneden de uitgifteprijs van de lening der
B.N.G. Ook de korte looptijd van maximaal 12
jaar, bij een gemiddelde looptijd van slechts
IOV2 jaar. die voor deze lening werd vastge
steld, vormde een aanwijzing voor de voortge
zette stijging van de rente, voortspruitende ui'
de toenemende kapitaalschaarste.
Voor de uitstaande leningen van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten loopt het effec
tieve rendement al naar 6 toe, terwijl enkele
guldensleningen van internationale debiteuren al
zelfs royaal boven een niveau van 6 uitko
men. Het wordt dan ook weer aantrekkelijk voor
hen, die in een hoog tarief van de inkomsten
belasting vallen, aandacht te schenken aan de
179