De Raiffeisencursus en de lokale banken In het maartnummer van ons blad schreven wij in het artikel „de Raiffeisencursus" over de wenselijkheid van een combinatie, tijdens de opleidingsperiode, van theorielessen en praktijk oefeningen, waarbij gedacht werd aan het geven van de theorielessen bij de Centrale Bank en van de praktijkoefeningen bij de lokale banken. De wens werd uitgesproken, dat zich een voldoend aantal banken bereid zou verklaren aan deze praktijkoefeningen hun medewerking te verlenen. Hiermede zou de opleiding tot een zaak van onze gehele organisatie gemaakt wor den. Aan een aantal banken werd verzocht of zij bereid zouden zijn hun medewerking aan de oefenperiode te verlenen. De goede verwachting, die wij koesterden, werd niet beschaamd, want op een enkele uit zondering na wilden alle gevraagde banken hun bijdrage leveren. Omdat meer banken zich aanmelden dan in eerste instantie voor de cursisten nodig was, was de keuze bijzonder moeilijk. Bij het aan schrijven is ernaar gestreefd banken uit de ge hele organisatie bij de opleiding te betrekken. Bovendien werd rekening gehouden met de ver schillende soorten van administratie, namelijk met banken met handgeschreven boekhouding en met banken met gemechaniseerde boekhou ding. Tenslotte moesten zowel grote als kleine banken bij de keuze worden betrokken. Het plan bestaat de medewerkende banken te bezoeken om de vragen en de bijzonder heden van iedere bank te bespreken. Teneinde 177

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 19