deze verwachtingen juist zijn. Hij kan de inves
tering daarom niet realiseren zonder te beschik
ken over een buffer aan eigen vermogen. Dat bij
een jong bedrijf de verhouding vreemd/eigen
vermogen vaak niet ideaal is, laat zich begrijpen.
De jonge ondernemer moet er nog in groeien.
Dit houdt echter wel de ondernemersverplichting
in te streven naar een zo spoedig mogelijke aan
passing van de financiering aan meer evenwich
tige verhoudingen.
De land- en tuinbouw maken een dynamisch
ontwikkelingsproces door. Een ontwikkelings
proces, waarbij ook behoefte bestaat aan dyna
mische financieringsmethoden. Toepassing daar
van vindt reeds op grote schaal plaats, getuige
met name ook de financiering van de expansie
in de tuinbouwsector. Het is een boeiende taak
van onze organisatie daaraan deel te nemen bin
nen de grenzen van het mogelijke. Deze grenzen
worden mede bepaald door het financierings
gedrag van de kredietnemer.
SPAARONDERZOEK
Eind april werd er opnieuw aan de aangeslo
ten banken een spaarenquêteformulier gezon
den. Een soortgelijk spaaronderzoek werd voor
het laatst in 1960 ingesteld. Het betrof toen een
enquête bij ruim 140 banken. Gevraagd werd
daarbij de toevertrouwde middelen te verdelen
naar gelden van agrarische en niet-agrarische
herkomst. Sedertdien hebben de spaargelden
een voortgaande snelle aanwas te zien gegeven,
terwijl ook de herkomst en de samenstelling ver
der gewijzigd zijn. Een nieuw spaarderspubliek
heeft de weg naar de bank gevonden.
Voor het verkrijgen van inzicht in de betekenis
van deze recente ontwikkeling voor de .grond
stofvoorziening" van onze organisatie, heeft de
Centrale Bank aan alle aangesloten banken ver
zocht medewerking te verlenen aan een diep
gaand onderzoek naar leeftijdsindeling van
spaarders, grootte verdeling van saldo's en naar
de plaats, die de besparingen van agrarische
herkomst thans bij de organisatie en bij de af
zonderlijke groepen van banken innemen. Ten
einde een zo representatief mogelijk beeld te
verkrijgen is met opzet gekozen voor een onder
zoek waarbij alle banken betrokken zijn.
Wij ontveinzen ons niet, dat de invulling van
het formulier veel werk en tijd vraagt. Voor de
medewerking aan dit onderzoek zijn wij de kas
siers en andere personeelsleden grote dank
verschuldigd.
Regelmatig komen de uitslagen thans binnen.
Met het uitwerken van de gegevens kan nu
binnenkort worden begonnen.
Het belang van dit onderzoek voor de organi
satie zal naar wij hopen spoedig kunnen blijken.
„ONZE BANKEN IN OPMARS"
Het Land- en Tuinbouw-Coöperatiecentrum
voor zuidwestelijkNederland heeft een publikatie
het licht doen zien, dat als titel draagt ,,Onze
banken in opmars". Deze schets geeft een in
teressant overzicht van de opbouw, de groei en
de hedendaagse stand van zaken van de land
bouwkredietinstellingen in zuidwest Nederland.
In dit deel van het land, dat de Zuidhollandse
eilanden, Zeeland en het westelijk deel van
Noord-Brabant omvat, zijn momenteel 147 plaat
selijke landbouwkredietbanken werkzaam. Van
dit aantal zijn er 110 aangesloten bij de
Utrechtse centrale.
De schrijvers wijden in hun studie bijzondere
aandacht aan de hedendaagse positie en de ont
wikkeling van de landbouwkredietbanken. De
verstedelijking van vele plaatselijke banken met
de daarmede gepaard gaande veranderingen in
spaarderskring, kredietverlening en service
wordt op duidelijke wijze toegelicht. Ook de or
ganisatorische problematiek, zowel met betrek
king tot de plaatselijke bank, als in verband met
de relatie plaatselijke bank centrale, wordt
scherp belicht. Tevens worden opinies weerge
geven van diverse personen uit de landbouw
kredietwereld, waarin duidelijk naar voren komt,
dat onze organisatie gekenmerkt wordt door een
grote mate van dynamiek. Vooral de wil tot aan
passing aan de veranderende omstandigheden
blijkt hieruit wel zeer sterk.
De verschijning van deze publikatie is voor
onze organisatie actueel nu de interne structuur
commissie met haar werkzaamheden is begon
nen. De suggesties, welke over de werkwijze
van onze banken worden gedaan, zullen stellig
een plaats krijgen in de overwegingen van de
121