Naschrift van de redactie
De heer Van Doeselaar heeft gelijk. De film
is verouderd. Wij hebben wel overwogen of er
een nieuwe film moet komen, maar kwamen bij
nadere overweging tot de conclusie, dat er
meer tegen dan vóór het maken van een nieuwe
film is aan te voeren. Een goede film, die het
aankijken waard is en die een up to date beeld
geeft van onze organisatie kost een enorm be
drag. Dit bedrag kan beter op andere wijze be
steed worden. Want door de televisie is de be
langstelling voor films in het algemeen en zeker
voor bedrijfsfilms zeer gering geworden. Boven
dien zou ook de nieuwe film snel weer ver
ouderen. Eén troost is er: hoe ouder de huidige
film wordt, hoe interessanter het is hem te gaan
zien. Het zou wel eens kunnen zijn, dat we over
10 a 25 jaar met deze film uit de oude draaidoos
groot succes oogsten op de algemene vergade
ringen van de banken. Ons advies: tracht de
film te zien als een beeld van wat vroeger was
en waaruit het heden geworden is.
Rekening-courantvoorwaarden
Geachte redactie,
Graag wil ik gebruik maken van de mogelijk
heid om mijn hart eens te luchten in de rubriek
,,Man en Paard".
Het gaat om de z.g. rekening-courantvoor
waarden, waarover de laatste tijd in verschil
lende persorganen bepaald een harde noot is
gekraakt. Verder komen ze nog ter sprake in
het laatste nummer van de Consumentengids,
waarbij de bankiers flink op hun broek krijgen.
Deze gewijzigde rekening-courantvoorwaar
den zijn door de leden van de Nederlandse Ban
kiersvereniging ingevoerd op 1 januari 1965. De
storm, die hierover is opgestoken, is blijkbaar
van dien aard geweest, dat de Centrale Bank
aan haar leden heeft geadviseerd van invoering
per 1 januari jl. af te zien en zich nader zal be
raden.
Het is mij niet duidelijk, waarom de Centrale
Bank, die toch geen lid is van de Nederlandse
Bankiersvereniging, heeft gemeend deze voor
waarden letterlijk over te nemen, hetgeen aan
vankelijk in haar bedoeling heeft gelegen. Waar
om heeft zij niet zelfstandig hierover een oor
deel gevormd? Beschikt zij niet over een staf
deskundigen, die dienen te weten, dat men in
1965 niet alle verantwoordelijkheid kan afschui
ven op de cliënt, die zijn belangen aan de bank
toevertrouwt?
Men kome niet aandragen met de „uniformi
teit" van deze voorwaarden. Deze dient niet
voorop te staan, maar op de derde of vierde
plaats. Bovendien vermag ik niet in te zien
waarom onze banken dezelfde voorwaarden
moeten stellen als de commerciële banken.
Uniformiteit heerst er ook niet op het terrein
van de leningvoorwaarden of de rentevergoe
dingen.
Men zou bijna denken, dat de Centrale Bank
een machtige organisatie geen eigen
koers durft te varen. Een koers, die afwijkt van
die is uitgezet door de machtige Nederlandse
Bankiersvereniging zou de gramschap van de
heren bankiers kunnen opwekken.
Ik ben wel benieuwd en uiteraard dankbaar
voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
F. J. Repko,
Kassier Raiffeisenbank
Krabbendijke
Naschrift van de redactie
De nieuwe rekening-courantvoorwaarden wij
ken slechts weinig af van de oude. De storm,
die in de pers is opgestoken, moet in hoofdzaak
verklaard worden uit onbegrip van het publiek
(en de pers) over de werkelijke rol, die deze
voorwaarden in de verhouding bank-cliënt spe
len. Normaal komen zij daarbij nooit aan de
orde, alleen bij bijzonder onredelijke cliënten.
De bank heeft immers te veel belang bij een
goede verhouding bank-cliënt.
.Eigen koers durven varen" is niet altijd beter
dan samenwerking voor het gemeenschappe
lijk belang, zoals ook ons eigen coöperatief be
ginsel leert.
152