Sterke stijging biljettenomloop
Kenmerkend voor de grote middelenbehocften
van gezins- en bedrijfshuishoudingen is even
zeer de gestadige stijging van de biljettencircu-
latie, die op 3 mei jl. een nieuwe historische
recordstand bereikte van 7165 miljoen tegen
f 6935 miljoen einde maart en f 6986 miljoen
einde 1964. Begin mei 1965 bedroeg de biljetten-
circulatie 6448 miljoen, zodat we daar nu ruim
700 miljoen boven liggen!
Onder deze omstandigheden waren er geen
middelen beschikbaar ter belegging in nieuw
schatkistpapier en het bedrag, dat daaraan uit
staat, is dan ook in de maand april praktisch niet
veranderd. Zulks ondanks het feit dat er nog
voor f 200 miljoen tegoeden uit het buitenland
werden gerepatrieerd door de banken, die ech
ter, zoals uit het lage tegoed bij de Neder-
landsche Bank en het grote bedrag aan opge
nomen voorschotten is gebleken, ook dringend
versterking behoefden. Dienovereenkomstig is
de notering voor „daggeld", het tarief dat geldt
voor dagelijks opzegbare leningen, die de ban
ken onderling verstrekken, na in de eerste week
van april tot 3 te zijn gedaald, in het laatste
deel van april weer tot 4 gestegen. Mochten
de spanningen in de naaste toekomst nog verder
toenemen, dan lijkt zelfs een verhoging van het
officiële disconto niet uitgesloten. We gaan in
elk geval nog een zeer moeilijke periode voor
de geld- en kapitaalmarkt tegemoet.
Maandelijkse koerstabel
30 nov.
30 dec.
29 jan.
26 febr.
31 maart
29 april
5%
Nederland 1964 II
987/16
99%
101%
101%
101
100%
5
Nederland 1964
969/,<s
98
99
99%
98%
93%
4%
Nederland 1958
93%
95
057/iV
95%
95
945/,é
4%
Nederland 1960 I
93
94%
94,3/ii
95%
94%
93%
4'/4
Nederland 1959
91
93
93%
93%
93
92%
4%
Nederland 1961
89%
91 y2
91%
92%
91%
£0%
3 Va
Nederland 1953
85%
87
87%
88%
88
86%
3%
Nederland 1956
85%
87%
87%
88%
87%
87%
3%
Nederland 1954
81
83
82%
82%
82%
82
3%
Nederland 1955 I
81
82%
82%
83
82%
81%
3'/2
Ned. 1947 Staffel
79%
80%
82%
83"/, 4
83%
81%
3
Grootboek 1946
84%
86
86
87%
86%
S67/16
2'/2
Grootboekoblig.
52
51'/ió
Ws
52%
52
51%
Effectief rendement obligaties
30 nov.
30 dec.
29 jan.
26 febr.
31 maart
29 april
5%
Nederland 1964 II
5,41
5,28
5,09
5,07
5.15%
5,20%
5
Nederland 1964
5,38
5,22
5,11
5,04
5,14%
5,18%
4%
Nederland 1958
5.54
5,20
5,14%
5,08
5,20
5,34
4%
Nederland 1960 1
5,48
5,24
5,23
5,06
5,25
5,36
4%
Nederland 1959
5.50%
5.23
5.18%
5,16%
5,23
5,38
4%
Nederland 1961
5,46
5,25
5,25
5,11
5,24
5,36
3%
Nederland 1953
5,42
5,22
5,16%
5.06
5,13
5.33
3%
Nederland 1956
5,46
5,17%
5,20
5,05
5,20%
5,25
3%
Nederland 1954
5,41
5,15%
5.18%
5,09
5.11
5,26
3%
Nederland 1955 1
5,37
5,17%
5.17%
5,03
5.10
5,28
3%
Ned. 1947 Staffel
5,08
5,00
4,83
4.75
4,79
4.97
3
Grootboek 1946
5,38
5,15%
5.15%
4,92
5,04
5.20
2%
Grootboekoblig.
4,88
4,92
4,89
4,85
4,88%
4,94
147