Financieel overzicht Gewijzigd perspectief De vooruitzichten voor de ontwikkeling op de kapitaalmarkt zijn met de komst van de regering- Cals plotseling belangrijk veranderd door de aankondiging van de nieuwe minister-president, dat voor de financiering van de additionele uit gaven, die de nieuwe regering in het lopende begrotingsjaar nog voornemens is te doen, een beroep op de kapitaalmarkt zal worden gedaan door de uitgifte van een of meer nieuwe lenin gen. Het is niet mogelijk op andere wijze snel genoeg dekkingsmiddelen hiervoor te vinden en aangezien, naar tevens in de regeringsver klaring werd verzekerd, een monetair beleid zal worden gevoerd, dat tegen inflatie is gericht, geheel in het voetspoor van de vorige regerin gen, moet wel deze weg worden bewandeld. Zoals men weet, zal ook niet worden getornd aan de verlaging van de inkomstenbelasting, die beoogt het versterkte progressie-effect, voort spruitende uit de inflatoire ontwikkeling, te ver zachten. Wanneer men bedenkt dat sedert de tweede wereldoorlog de Nederlandse staatsschuld aan merkelijk is gedaald, terwijl aan de andere kant tegelijkertijd het nationale inkomen aanzienlijk is gestegen, dan is op deze grond een wat ruimere leningpolitiek op zichzelf zeker wel toe laatbaar te achten. Terwijl de staatsschuld in 1948 ca. 27 miljard bedroeg, bij een nationaal inkomen van slechts ca. f 15 miljard, is deze inmiddels gedaald tot minder dan 20 miljard tegenover een nationaal inkomen van ca. f 55 miljard. De lasten van de staatsschuld voor onze volkshuishouding zijn daardoor lichter ge worden. Gevolgen voor rentestand De versterkte leningpolitiek van de nieuwe regering kan intussen belangrijke gevolgen heb ben voor kapitaalvoorziening en rentestand. Tot dusverre was nl. aangenomen dat de Staat, na de uitgifte van een lening van 300 miljoen in het begin van dit jaar, de kapitaalmarkt geheel zou overlaten aan lagere overheid en particu lier bedrijfsleven, die beide in stijgende be hoeften moeten voorzien. Bij de huidige politiek van kredietrestrictie wacht nog veel bankkrediet op consolidatie. De Schatkist zal dus nu op de kapitaalmarkt in directe concurrentie met de andere genoemde gegadigden moeten treden, hetgeen de toch reeds geringe ruimte nog zal doen verminderen, wat op zichzelf een daling van het rentepeil zal afremmen, zo niet een stijging van de rente in de hand zal werken. Voorlopige financiering door vergroting van de kortlopende schuld van het Rijk zou in elk geval uit den boze zijn wegens inflatoire gevol gen die zulks zouden hebben, terwijl het tevens in strijd zou zijn met de door de Nederlandsche Bank gevolgde kredietrestrictiepolitiek. Dat neemt niet weg, dat de versterkte leningpolitiek van de centrale overheid in een minder geluk kige fase van de ontwikkeling komt, daar de kapitaalschaarste er door zal toenemen, terwijl de investeringsactiviteit er allicht min of meer door zal worden afgeremd, aangezien meren deels toch op een geleidelijke daling van de rente was gerekend. Vast staat in elk geval, dat de kans op een ontspanning ten aanzien van het renteverloop nu voor de naaste toekomst gerin ger is geworden. Grote behoeften van lagere overheid In het jaarverslag van de Nederlandsche Bank, dat in april is gepubliceerd, wordt de financiële positie van de lagere overheid aan een grondige beschouwing onderworpen. Daarbij wordt vast gesteld, dat de lagere overheid, ondanks een vergroot beroep op de kapitaalmarkt, in het af gelopen jaar toch voor vele honderden miljoenen met kort geld financierde. Zulks ondanks het feit, dat zij voor 1700 miljoen, tegen slechts 1150 miljoen in 1963, een netto beroep op de kapitaalmarkt deed, terwijl het bruto bedrag aan geplaatste leningen van de lagere overheid niet minder dan 2210 miljoen beliep. In drie jaar tijds hebben de gemeenten hun vlottende schuld weer met rond 1 miljard doen stijgen, waar door de na 1957 tot stand gebrachte schuld- consolidatie in aanzienlijke mate te niet werd gedaan. Schuilt hierin dus reeds een extra aan leiding tot een grotere emissie-activiteit van de zijde der lagere overheid afgezien van de andere factoren die daartoe aanleiding geven anderzijds vormt de straffe kredietrestrictiepoli- 144

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 30