Vergadering van het Onderling Raiffeisengarantiefonds Afdeling C sinds 1 mei 1965 in werking Het Onderling Raiffeisengarantiefonds heeft tijdens een onderbreking van de Algemene Ver gadering van de Centrale Bank, een eigen al gemene vergadering belegd, waarin de notulen van de algemene vergadering van het fonds van 26 mei 1964, alsmede de rekening en de verantwoording van het Bestuur over 1964 zon der discussie met algemene stemmen zijn goed gekeurd. Vooraf gaf dr. A. J. Verhage een toelichting op de jaarcijfers. Hij herinnerde eraan, dat de vorige algemene vergadering besloten heeft om de afdeling C van het Raiffeisengarantiefonds te hervormen en te doen groeien naar een kre dietverzekering voor posten, die niet door een volwaardige zekerheid, zoals dat in de Raiffei- senorganisatie begrepen wordt, zijn gedekt. Het verheugde hem te kunnen meedelen, dat de af deling C sinds 1 mei 1965 werkt. Het besluit is genomen om de verplichting de niet door een volwaardige zekerheid gedekte posten onder de werking van afdeling C te brengen, te be perken tot posten boven 10.000,Voor klei nere posten leek namelijk een kredietverzeke ring voor de positie van de aangesloten banken weinig noodzakelijk en het verplicht verzekeren van posten van bijvoorbeeld 5.000,tot 10.000,zou de administratie van het fonds onnodig zeer omvangrijk maken. In de afdeling A, die de schade dekt die de aangesloten banken door brand, beroving, op lichting en frauduleuze handelingen mochten lij den, is in één geval volledige schadevergoeding verleend. In twee gevallen is slechts gedeelte lijke schadevergoeding verleend, terwijl een vierde geval moest worden afgewezen, omdat dit niet onder de doelstelling van afdeling A voor schadevergoeding in aanmerking kwam. Het resultaat van de afdeling A was, dat de schaderekening op 31 december 1964 een te kort aangaf van 15.373,wat met inacht neming van de inkomsten van het fonds uit be leggingen tot een nadelig saldo van 2.333,74 leidde. Dit nadelig saldo werd ten laste van het vermogen geboekt. Op de afdeling B van het fonds, die schade verzekert, die wordt veroorzaakt door bijzon dere omstandigheden, die aangesloten banken in hun levensbestaan zouden bedreigen, werd in 1964 geen beroep gedaan. Hierdoor ontstond uit het inkomen uit beleggingen, verminderd me de onkosten en te betalen belastingen, een voor delig saldo van 37.709,15, welk bedrag aan het vermogen van deze afdeling werd toegevoegd Afdeling C dekt posten, die in verschillende categorieën kunnen worden ondergebracht. Dit betreft allereerst de voorschotten en kredieten, waarvoor niet de gebruikelijke zekerheid kon worden gesteld. Het aantal bij de afdeling C ondergebrachte posten in deze groep daalde wat en was 3100 tegen 3265 in het jaar 1963. Het totaalbedrag van deze posten steeg daar tegenover echter wat, hetgeen betekent, dat de grootte van de individuele posten iets toenam. Het totaal van de uitstaande posten beliep na melijk een bedrag van haast 25 miljoen tegen over 23,6 miljoen in 1963. Hiervan valt slechts een gedeelte onder de garantie van het fonds. In 1964 beliep deze garantie 11.572.516,50 en in 1963: 10.130.452,10. Op het eind van het boekjaar 1964 waren nog zeven kredieten verzekerd, die verband houden met de uitgifte van bedrijven in de N.O.-Polder en wel tot een totaalbedrag van 56.997, welke zeven kredieten voor een bedrag van 17.207,50 door het fonds waren gegarandeerd. In de afdeling C liepen voorts nog mede, al dus dr. Verhage, 128 leningen aan tuinders in de Veenstreek tot een totaalbedrag van 464.628,Het Waarborginstituut voor de Veenstreek is garant voor 85 van deze voor schotten en de afdeling C garandeert het overige. Dit beliep op 31 december 1964 een bedrag van 69.694,20 tegenover ruim 88.000,een jaar tevoren. Een belangrijke categorie in de afdeling C van het Raiffeisengarantiefonds zijn de voorschot ten, die mede gedekt zijn door het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw en door provin ciale waarborginstituten. Eind 1964 waren 1657 leningen in deze groep gegarandeerd. Het to taalbedrag van deze leningen was 15.139.363,-, uit welk bedrag door het fonds voor 1.357.410,94 was gegarandeerd. 138

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 24