leden. Een uitbreiding van de huisvesting is zeer urgent. De resterende 60.000,22 zal naar de nieuwe rekening worden overgebracht. Nadat een vraag van de heer J. Mulder, voor zitter van het bestuur van de Coöp. Boerenleen bank ..Overschild", door de heer Verhage was beantwoord, ging de vergadering unaniem met de voorstellen van het Bestuur akkoord. Dispensatieregeling Als volgend punt van de agenda kwam aan de orde de vaststelling van de dispensatierege ling van 20 juli 1964. De heer Verhage, herinnerde eraan, dat de wijziging van de dispensatieregeling door de omstandigheden noodzakelijk was geworden en dat, wanneer het Bestuur deze wijziging niet zou hebben aangebracht, de financiering van de eigen kring in ernstig gevaar zou zijn gebracht. Het Bestuur was zich ervan bewust dat de wij ziging moeilijkheden in het werk van de aange sloten banken heeft veroorzaakt. De statuten eisen, dat de Algemene Vergade ring de wijziging van de dispensatieregeling goedkeurt. Ook in dit jaar zijn er nog span ningen en de kredietrestrictiemaatregelen van de Nederlandsche Bank gelden nog steeds. Daarom acht het Bestuur een dergelijk besluit van de Algemene Vergadering noodzakelijk. De heer Verhage vroeg het voorstel onder dit punt van de agende te aanvaarden. Hij voegde eraan toe, dat het Bestuur voornemens is om, zodra de omstandigheden dit toestaan, de dispensatie- regeling weer te verruimen. Ook een dergelijke verruiming zou krachtens de statutaire bepalin gen in een volgende Algemene Vergadering weer moeten worden goedgekeurd. ,,U kunt er echter van overtuigd zijn", zo zei dr. Verhage, „dat het Bestuur, wanneer de situatie veran dert, ook met een verruiming van de dispen satieregeling niet tot een volgende Algemene Vergadering zal wachten. Het Bestuur zou zich gelukkig voelen wanneer de ontwikkeling zou veroorloven om de moeilijkheden, die door deze gewijzigde dispensatieregeling bij de lokale banken worden gevoeld, op dit moment uit de weg te ruimen". Hij beval met klem aan de nieuwe dispensatieregeling vast te stellen. De vergadering gaf gehoor aan deze oproep en keurde de regeling met algemene stemmen goed. Verder verloop Na een geanimeerde pauze hield dr. A. Flor- quin zijn interessante rede over het landbouw kredietwezen in België. Een overzicht van deze rede zullen wij in het volgende nummer op nemen. Bij de rondvraag voerden de heren J. van der Pol uit Veen (N B.) en G. J. A. Meijer uit Babbe- rich het woord, van wie eerstgenoemde mee deelde dat hij sinds 1923 de Algemene Vergade ringen bijgewoond heeft. Dit was de laatste Al gemene Vergadering, die hij als afgevaardigde bezocht. Hij bracht dank aan de centrale organi satie voor alles wat zij voor de verbreiding van de Raiffeisengedachte heeft verricht. Hij con stateerde, dat het wel eens moeilijk geweest is de veranderingen bij te houden en met enige weemoed bedacht hij dat veel moois en roman tisch verloren is gegaan. Maar er zijn nieuwe en betere dingen voor in de plaats gekomen De heer Van der Pol betreurde de sterke stij ging van prijzen der landbouwgronden, waar door de kredietverlening bemoeilijkt wordt, en hij achtte het onbillijk dat in de land- en tuin bouw nog altijd veel minder verdiend wordt dan in de industriële sector. Daarvoor vroeg hij de aandacht van de minister van Landbouw en Vis serij. Ook de heer Meijer was voor de laatste maal in functie aanwezig. Deze afgevaardigde noem de enkele personen aan wie hij veel te danken heeft gehad. Hij gaf de Centrale Bank, de plaat selijke banken en alle werkers de beste wensen mee. Mr. Van Beekhoff meende dat de woorden van de heren Van der Pol en Meyer voor zich zelf spraken. Hij dankte hen voor alles wat zij voor de Raiffeisenorganisatie betekend hebben. Daarna sloot hij met enkele opwekkende woorden de 67ste Algemene Vergadering, die naar zijn oordeel alle deelnemers weer gesterkt heeft. 136

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 22