daar noodzakelijk is en wanneer die afwijking plaats vindt in overleg tussen de Centrale Bank en de banken is hiervoor alle begrip. Uit dit overleg kan echter nimmer voortvloeien dat voor zo'n geval de Centrale Bank een gunstiger ren tevergoeding geeft dan in het algemeen wordt gegeven. Dergelijke afwijkingen hebben echter nog niet kunnen leiden tot een wijziging van ons algemene advies en wij menen nog steeds dat dit advies, ook ten aanzien van de vergoe ding voor spaargelden, in zijn algemeenheid juist is. Wij zullen de ontwikkeling op de spaar- geldmarkt nauwlettend moeten blijven gade slaan, maar het feit dat wij eind 1964 nog 24,5 van het spaartegoed bij de grote spaar- instellingen, inclusief de handelsbanken, had den, wijst erop, dat ons beleid in dit opzicht een juiste richting heeft aangegeven". Structuurcommissie De heer Verhage deelde mee, dat de Struc tuurcommissie, welke hij het vorige jaar aan kondigde, inmiddels is benoemd en dat zij met haar taak begonnen is. De staf van de Centrale Bank heeft een aantal vraagpunten geformu leerd, welke deze commissie zal hebben te be studeren. Hij verwachtte, dat uit een diepgaande gedachtenwisseling over de taak en de doel einden onzer organisatie en over de middelen, die nodig zijn om die doeleinden te bereiken, in de naaste toekomst richtlijnen zullen voort vloeien voor de wijze waarop onze organisatie haar werk moet voortzetten en waarop zij haar taak op de beste wijze kan vervullen. Concrete jaarcijfers Daarna besprak de heer Verhage de concrete jaarcijfers van de Centrale Bank, die ook in het aan de afgevaardigden toegezonden jaarverslag reeds uitvoerig waren toegelicht. De onkosten zijn in 1964 met 30% gestegen als gevolg van de salarisverhoging en een aanzienlijke toene ming van de werkzaamheden. Aan de bewaking van de kosten wordt volop aandacht besteed. Hij wilde er nog de aandacht op vestigen, dat de bijdrage van de lokale banken veel minder is gestegen, nl. met slechts 14%. De kosten van voorlichting en propaganda waren lager; de pensioenverplichtingen stegen; aan het invaliditeitsfonds is f 400.000,toege voegd. De afschrijvingen op inventaris en vaste goederen waren lager en hebben weer een nor maal peil bereikt. De Stichting Pensioenfonds Raiffeisen" de pensioenverzekering van het personeel van de aangesloten banken is in eigen hand genomen kreeg een dotatie van 1 miljoen. De interest- en provisiebaten lagen niet onbelangrijk hoger dan in 1963. Het boekjaar 1964 kon beëindigd worden met een winstsaldo van 3.671.669,44. Met het on verdeelde saldo over 1963 komt men op 4.060.002,22. Naar het oordeel van het Bestuur is dit een zeer bevredigend resultaat. Bij dit winstcijfer moeten wij echter wel bedenken, dat de totale winstcijfers van de plaatselijke banken nog wel meer zullen zijn gestegen dan dat van de Centrale Bank. Dit is een gelukkig verschijn sel, niet omdat wij als coöperatieve organisatie op winst uit zijn, maar omdat de groei het nood zakelijk maakt de reserves te verhogen. De beleggingen van de Centrale Bank op lange termijn zijn toegenomen met 57 miljoen. Hiervoor waren vroeger al verplichtingen aan gegaan, die nog moesten worden nagekomen. Ook schuilen in deze nieuwe beleggingen op lange termijn in feite nog belangrijke liquidi teitsreserves. Dr. Verhage besloot met de opmerking, dat bij alle moeilijkheden, die men in het afgelopen jaar heeft ondervonden, de lokale banken en bestuurders bereid waren een noodzakelijk ge bleken beleid te volgen. Hiervoor is het Bestuur zeer dankbaar, vooral omdat hieruit is gebleken dat er binnen onze organisatie grote samenwer king bestaat en dat door allen die daarin werken de samenhang in onze organisatie op de juiste wijze wordt aangevoeld. Hij bracht alle werkers, ook het personeel van de Centrale Bank, de op rechte dank van het Bestuur over. De heer Verhage stelde voor om uit de winst van ruim 4 miljoen 3 miljoen te doteren aan de algemene reserve, die hiermee zal stijgen tot 25,5 miljoen en 1 miljoen toe te voegen aan de bouwreserve, die hiermee zal stijgen tot 4 miljoen. Bij de aanvang van het jaar telde de Centrale Bank meer dan 600 personeels- 134

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 20