gronden voor niet-agrarische doeleinden, aan deze gronden wordt toegekend. Een boer wiens grond ligt binnen een uitbreidingsplan kan deze grond verkopen als bouwterrein. Wanneer hij dan elders weer een boerderij terug wil kopen kan hij een hoge prijs betalen. In dit verband zijn ook de z.g. compensatie-aankopen door ge meentebesturen van betekenis, omdat men dan 15.000,en meer per ha betaalt. Inmiddels zijn op deze manier de laatste jaren meer dan 8.000 ha per jaar aangekocht of onteigend voor huizenbouw, industrieterrein, aanleg van wegen, recreatie en dergelijke. Een andere factor vormt ook de aankoop van landbouwgronden voor zeer intensieve cultures, zoals tuinbouw onder glas, bloembollenteelt en fruitteelt. Voorts heeft uiteraard ook de kruipen de inflatie een rol gespeeld. De afschaffing van de prijsbeheersing van landbouwgronden heeft zeker voordelen gehad. Zo is de „mobiliteit" van de grond beduidend toegenomen. Deze verwisseling van eigenaar kan bedrijfsvergroting vergemakkelijken. Daar door is ook bevorderd, dat meer grond in ge bruik kon worden genomen door dynamische bedrijfstakken als de tuinbouw en de fruitteelt. Hoe men overigens ook denkt over een even tuele prijsbeheersing van de grond ervan uitgaande dat deze uitvoerbaar is men zal niet uit het oog mogen verliezen dat ook op dit terrein harmonisatie in E.E.G.-verband nood zakelijk is. Dit maakt het vooreerst nodig dat de Nederlandse grondprijzen zich bij die van de partnerlanden aansluiten. Bovendien kent men in deze landen geen effectieve prijsbeheersing. Dr. Mansholt heeft onlangs danook gezegd, dat er ofwel geen prijsbeheersing van landbouw gronden mag zijn in de E.E.G., ofwel een prijs beheersing, die in alle landen op dezelfde manier is geregeld. Wijziging bedrijfstype In verband met de meest rationele wijze van het gebruik van de cultuurgrond vormt ook het uitgiftebeleid van de nieuwe IJsselmeerpolders een voortdurend punt van discussie. Uiteraard zal men rekening moeten houden met moderne ontwikkelingen en technische mogelijkheden van bedrijfsvoering. Kortgeleden heeft prof. Hofstee een uiteenzetting gegeven over het uitgiftebeleid voor de Zuiderzeepolders en daarbij een revo lutionaire ontwikkeling van de landbouw voor speld, waarvan het einde nog niet te voorzien is. Met name zal de bedrijfsvoering in de land bouw worden bepaald door de drang naar grotere inkomens. De na-oorlogse boer wil naar hetzelfde inkomensniveau als dat van de stede ling en ook naar dezelfde leefwijze. Het zal danook niet lang meer duren of de Zuiderzee polders zullen grotendeels een andere structuur te zien geven. Over tien of vijftien jaar zullen de kleinste bedrijven van 12 ha in hun huidige vorm grotendeels verdwenen zijn, opgegaan in grotere eenheden of overgeschakeld op een of andere intensieve teelt. Ook de grotere bedrij ven, zelfs die van 48 ha, zullen het moeilijk krijgen. Zij bieden vooralsnog wel een redelijk bestaan, maar om dit te kunnen handhaven zal ook op deze bedrijven een bepaalde mate van specialisatie noodzakelijk zijn. Prof. Hofstee stelt nu dat in deze ontwikke ling de bedrijfsvoering een meer individualistisch karakter krijgt, dat minder geleefd en gewerkt zal worden naar een bestaand patroon. De per soonlijke initiatieven worden belangrijker, de boer wordt meer ondernemer. Weliswaar is in het algemeen gesproken de structuur nog gelijk gebleven en zijn de veranderingen in de be drijfsvoering nog niet fundamenteel, maar de ontwikkeling laat zich niet stuiten. De toe komstige bedrijfsvoering zal voornamelijk wor den bepaald door de persoonlijke belangstelling van de ondernemer, waarbij natuurlijk de economie een belangrijk woord meespreekt. Het is duidelijk dat deze krasse uitspraken, die prof. Hofsee tot de conclusie deden komen, dat er geen vast uitgifteplan moet worden op gesteld, veel stof hebben doen opwaaien. In tussen is het toch van groot belang dat de discussie daardoor in een nieuw stadium is ge bracht. We zullen steeds meer moeten beseffen dat de traditionele band tussen boer en bedrijf een andere karakter krijgt dan in de vroegere plattelandssamenleving het geval is geweest. 94

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 8