dies is dus tegengesteld aan de beoogde
harmonisatie.
Hoewel het feit, dat minister Biesheuvel meer
malen ook in de Tweede Kamer onom
wonden heeft laten blijken, dat hij bitter weinig
voelt voor subsidies, die niet in overeenstem
ming zijn met de doelstelling van de E.E.G.,
enige aarzeling heeft veroorzaakt in de kringen
van de georganiseerde landbouw, is deze aarze
ling thans toch overwonnen. Bij monde van het
Landbouwschap heeft het agrarisch bedrijfs
leven dezer dagen uitdrukkelijk uitgesproken,
dat ook in Nederland subsidies aan individuele
bedrijfsgenoten dienen te worden verleend. Men
gaat er vanuit, dat de omvangrijke steunmaat
regelen, welke in andere E.E.G.-landen worden
getroffen en de concurrentieverhoudingen
verstoren niet worden afgeschaft en men
daarom zal moeten streven naar een gemeen
schappelijk subsidiebeleid.
Hoewel een bevredigende rentabiliteit van de
landbouwondernemingen ook in de toekomst be
reikt zal moeten worden door middel van een
goed markt- en prijsbeleid, is het Landbouw
schap van mening, dat er ook dan bepaalde
knelpunten zullen blijven bestaan, die de nood
zakelijke aanpassing en modernisering van de
landbouwbedrijven bemoeilijken. Daarom wor
den subsidiemaatregelen bepleit die ten doel
moeten hebben:
vergemakkelijking van de overname van be
drijven, vooral bij generatiewisseling;
stimulering van bedrijfsvergroting en samen
werkingsvormen;
bevorderen van de aanpassing en moderni
sering van de bedrijven.
De beoogde maatregelen zouden met name in
de vorm van rentesubsidies of bijdragen a
fonds perdu getroffen moeten worden. Wij ver
wachten dat in de komende maanden nog veel
overleg gevoerd zal moeten worden alvorens dit
nieuwe element in het Nederlandse landbouw
beleid zal worden geïntroduceerd.
De grond in Nederland
Eén van de problemen waarover de nieuwe
regering zich zal moeten beraden, vormt de be
stemming en het gebruik en in verband daar
mede de prijsvorming van de grond. Immers,
het betreft hier een schaars en kostbaar goed,
waarvan in ons dichtbevolkte Nederland voor
velerlei doeleinden een zo nuttig mogelijk ge
bruik moet worden gemaakt. Gebruik voor
woningbouw, industrievestiging, recreatie en als
produktiefactor in land- en tuinbouw. Daarbij
gaat er enerzijds veel grond verloren bij aanleg
van wegen, kanalen en havens; anderzijds wordt
er weer grond gewonnen bij inpoldering.
Niet alleen de bestemming en de aanspraken
van bouwnijverheid, industrie en recreatie, maar
vooral ook de prijsvorming van de voor
agrarische doeleinden bestemde grond, houdt de
gemoederen bezig. Nadat twee jaar geleden de
meningen in het bedrijfsleven, na felle discus
sies, verdeeld bleven, is de wet Vervreemding
Landbouwgronden afgeschaft. Sindsdien hebben
de prijzen een sterke stijging ondergaan. Deze
prijsstijging stelt vooral de jonge, pas beginnen
de boeren en tuinders voor grote financierings
problemen.
In een dezer dagen verschenen boekwerk
„Pacht en Grondgebruik'' is deze materie nader
bezien. In deze publikatie hebben 19 deskun
digen zeer wetenswaardige bijdragen geleverd.
Mr. Zijp, specialist op het gebied van grond
zaken bij het Landbouwschap, wijst erop dat de
sterke stijging van de grondprijzen, bezien in
het licht van de algemene ontwikkeling van lonen
en prijzen, geenszins een uitschieter vormt.
Weliswaar zijn de grondprijzen drie en een half
maal zo hoog als die van 1939, maar in die
tussentijd zijn ook de prijzen der akkerbouw-
produkten viermaal en die van de veehouderij-
produkten 3,3 maal zo hoog geworden, terwijl
de kosten over het geheel tot het 4,7 voudige
zijn gestegen. In vergelijking met onze naburen
blijkt dat de Franse prijzen voor grond veelal
wat lager liggen, maar dat het prijsniveau in Bel
gië en West-Duitsland gemiddeld wat hoger is.
Toch is het de vraag of de z.g. verkeers-
waarde, de prijzen waarvoor de gronden worden
verkocht, langzamerhand niet te hoog ligt in
vergelijking met de gebruikswaarde als agrari
sche produktiefactor. Eén van de belangrijkste
oorzaken van de prijsstijging is wel de waarde,
die, bij aankoop en onteigening van landbouw-
93