Kroniek van land- en tuinbouw
agrarisch verlanglijstje bij kabinetsformatie;
georganiseerde landbouw spreekt zich uit over subsidiebeleid;
bestemming en prijsvorming grond;
bedrijfsvoering krijgt een meer individualistisch karakter.
Ook agrarisch Nederland heeft intense be
langstelling en grote nieuwsgierigheid getoond
voor de wijze waarop formateur Cals aan een
nieuw Kabinet heeft getimmerd. De nieuwe
ministersploeg zal immers niet alleen een rege
ling moeten treffen voor omroep en televisie
maar zich ook moeten bezinnen op het gehele
sociaal-economische beleid dat in Nederland ge
voerd moet worden. En daarbij kan de positie
van onze land- en tuinbouw een belangrijke rol
spelen.
Bij de vorige Kabinetsformatie is in het z.g.
Akkoord van Wassenaar een hoge prioriteit
verleend aan de verbetering van de toestand in
de landbouw. Nadien zijn inderdaad een aantal
maatregelen genomen die een verbetering van
de positie van de agrarische werkers hebben
bewerkstelligd. Inmiddels hebben echter ook de
steeds verder gaande kostenstijgingen hun in
vloed doen gelden en blijft de agrarische be
drijfstak achter in de welvaartsontwikkeling.
Men vreest, dat de jongste beslissingen inzake
de melk- en vleesprijzen onvoldoende ruimte
bieden voor het opvangen van de kostenstijgin
gen en derhalve niet zullen leiden tot verbetering
van de rentabiliteit van het veehouderijbedrijf.
Daarnaast verkeert de landbouw in grote aan
passingsmoeilijkheden.
Daarom heeft het Landbouwschap een pro
gram van wensen van de land- en tuinbouw
(vervolg van pag. 91)
loop der jaren tientallen verzoeken hebben
behandeld.
De schadecommissie heeft nu de volgende
samenstelling: als leden ir. W. Kooij te Arnhem
(voorzitter), C. Klaij te Hoorn en ir. G. W. van
der Helm te Amstelveen; als plv. leden: W.
Rengs Wzn. te Vlagtwedde, A. Brunsting te Zuid
laren en C. G. Vedder te Diemen.
voorgelegd aan de formateur en de fractie
leiders, met het dringende verzoek hiermede bij
opstelling van het regeringsprogramma zoveel
mogelijk rekening te houden. In deze verlang
lijst wordt bepleit, dat de hoge prioriteit voor de
land- en tuinbouw wordt gehandhaafd.
Voor het verzekeren van een behoorlijke ren
tabiliteit zal onder meer rekening moeten wor
den gehouden met de gestegen kosten. Voorts
dient de overheid meer middelen ter beschikking
te stellen voor voorlichting en onderzoek, in het
bijzonder voor het economische onderzoek. Ook
is het Landbouwschap van mening dat de over
heid de kosten van keuringsregelingen dient
over te nemen. Tenslotte dringt het Landbouw
schap erop aan, dat de hoge prioriteit tot uit
drukking komt in een versterking van de
middelen van het Ontwikkelings- en Sanerings
fonds, waarbij blijvend gerekend kan worden op
een regelmatige voeding van het fonds met het
oog op de te nemen maatregelen. In het program
van wensen wordt de nadruk gelegd op de nood
zaak tot het voeren van een ontwikkelingsbeleid,
dat gesteund wordt door een passend sociaal
en fiscaal beleid.
Subsidiepolitiek
Reeds eerder hebben wij gewezen op de be
langrijke subsidies, die de regeringen in andere
E.E.G.-landen aan de land- en tuinbouw verlenen
om de modernisering van de bedrijven te ver
snellen. Kennelijk streeft men er naar om de
achterstand nog voor het volledig in werking
treden van de Euromarkt, in 1970, in te halen en
de bedrijven in staat te stellen de concurrentie
het hoofd te kunnen bieden. Het is duidelijk dat
door deze subsidiepolitiek bepaalde produkties
een kunstmatige uitbreiding ondergaan. Dit zal
veelal tegengesteld werken aan het doel dat de
E.E.G. zich stelt, namelijk de produktie daar te
doen plaats hebben, waar deze economisch het
meest verantwoord is. Het effect van de subsi-
92