Wat ons bezig houdt STRUCTUURCOMMISSIE De commissie uit de organisatie, die op de Algemene Vergadering van mei 1964 door de voorzitter van het Bestuur, dr. A. J. Verhage, in het vooruitzicht was gesteld, is inmiddels geïn stalleerd en met haar werkzaamheden begonnen. Aan de benoeming van de commissieleden is een tijd van grondige voorbereiding van te be handelen vraagpunten voorafgegaan. De com missie kan nu volop aan het werk gaan en het gehele brede terrein van de activiteiten van onze banken onder de loep nemen, als ook de wijze waarop en de middelen waarmede de ban ken te werk gaan. Bij de beoordeling hiervan zal zij ongetwijfeld aan de kernvragen betreffende structurele opbouw en werkwijze van de organi satie niet kunnen voorbijgaan. Het is om die reden, dat aan de commissie de benaming „structuurcommissie" is gegeven. De commissie heeft niet tot taak de structuur te hervormen. Wel worden aanbevelingen van haar verwacht voor een aanpassing van de structuur aan nieuwe verhoudingen. Het doel is daarbij in het bijzonder gericht op een opvoering van de efficiency en een versterking van de commu nicatie. In de commissie hebben 18 leden uit de orga nisatie zitting genomen, deels uit de kring van de leden van bestuur en raad van toezicht van de aangesloten banken, deels uit die van de kassiers. De commissie staat onder voorzitter schap van dr. Verhage VOORGENOMEN WIJZIGING IN DE JEUGDSPAARWET In de Memorie van Antwoord op het wetsont werp inzake de Algemene Premiespaarregeling heeft de regering medegedeeld enkele wijzigin gen in de Jeugdspaarwet te overwegen. Deze wijzigingen hebben betrekking op een verhoging van het maximum spaarbedrag van 200,tot 300,per jaar en de mogelijkheid tot premie toekenning wegens het overlijden van de (ge huwde) jeugdspaarder aan diens erfgenamen. Thans kan aan de erfgenamen van een overleden jeugdspaarder slechts op andere gronden (b.v. wegens het voltooien van 6 spaarjaren) een premie worden uitgekeerd. Een desbetreffend wetsontwerp zal t.z.t. bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden ingediend, zodat er nog wel enige tijd mee gemoeid zal zijn alvorens deze wijzigingen metterdaad van kracht worden. Uiteraard zullen wij de aangesloten banken tijdig nader op de hoogte stellen. RONDOM DE RAIFFEISENCURSUS In de maanden maart en april zijn de discus siebijeenkomsten gehouden, waarin de oplei ding van medewerkers aan de orde werd ge steld. Het is nog te vroeg om een totaal indruk van deze bijeenkomsten te geven, maar wel kan uit de verslagen, die werden ingezonden, worden opgemaakt, dat voor dit onderwerp veel be langstelling bestaat. Dit is van bijzondere betekenis. Immers voor het slagen van de opleidingsactiviteiten is het noodzakelijk, dat deze worden voorbereid en uitgevoerd met de steun van de gehele orga nisatie. Naar gehoopt wordt, zal geleidelijk aan vorm gegeven kunnen worden aan de diverse acti viteiten. Hierbij zou de Raiffeisencursus kunnen worden gezien als de basis van waaruit zich een en ander gaat ontwikkelen. De oproep voor sollicitanten, welke in enkele dagbladen werd geplaatst, bleef niet onbeant woord. Een stroom van gegadigden heeft zich aangemeld. Dit stemt tot grote tevredenheid. Met de bestudering van de ingezonden solli citaties is een begin gemaakt. Het behoeft geen betoog, dat dit niet alleen een tijdrovend, maar bovenal een verantwoordelijk werk is. Het gaat daarbij om jonge mensen, die aan het begin van een loopbaan staan en voor wie deelneming aan de cursus mede bepalend is voor de rich ting waarin zij zich verder zullen ontwikkelen en carrière hopen te maken. Behalve met het persoonlijke aspect voor de cursist dient bij de selectie ook rekening te worden gehouden met de organisatorische kant, omdat de cursisten van nu mogelijk over enkele jaren gaan be horen tot de mannen, die in de toekomst sleutel posities op de banken zullen gaan innemen. 90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 4